1481 februari 15

anno Domini millesimo quadringentesimo octuagesimo

Ghiselbertus Haeck en Henricus die Leeuwe, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Gerardus, zoon van wijlen Godefridus Moens en van Elizabeth, natuurlijke dochter van wijlen Johannes Heze, Gerits soen, aan Bertha Kemerlinx, dochter van wijlen Henricus vander Doert, overgedragen heeft een lijfrente van 12 gouden rijnsgulden, op naam van Gerardus, welke hij van de stad Den Bosch gekocht had.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 0788

1481 maart 5

  1. ... quod Anno
  2. a Nativitate Domini millesimo quadringentesimo octuagesimo primo ... mensis marcij die
  3. quinta ...
  4. personaliter constitutus
  5. ... Johannes de Lyt, carpentarius, filius quondam Johannis de Lyt, opidanus opidi de
  6. Buscoducis, ...
  7. confirmando ...
  8. principale testamentum coram alio notario publico per prius factum ... salva
  9. ... quadam declaratione et condicione sibi testatori reservata prout ... sequitur. Voluit
  10. ... supradictus ... testator et sub tali condicione. Si et inquantum Arnoldus
  11. filius quondam Johannis Arnoldi, pistor, commorans in platea Tinctorum, consangineus ipsius testatoris, aut
  12. successores seu liberi sui legatarios aut successores bonorum eiusdem testatorum seu aliqua bona ipsius
  13. impetere vel aliquomodo impedire aut de aliqua promissione super contracta matrimonali que sibi per supra
  14. nominatum Johannem testatorem quovismodo facta fuisset allegare vel eosdem legatarios aut successores
  15. desuper vexare aut molestare vellet quo minus ipsius legatarij et alij successores sua legata recipere et
  16. apprehendere pacifice non possent. Sic idem Johannes, testator, voluit et precepit quod omnia et singula
  17. bona sibi Arnoldo, filio quondam Johannis Airtssoen per prelibatum testatorem in dicto suo principali testamento
  18. legata ... stabunt loco illius promissionis. Ita quod ipse Arnoldus de bonis ipsius testatoris amplius
  19. nichil habebit ... quam sibi ut premittitur legatum ...
  20. Nichilominus tamen ... testator nullam
  21. promissionem super contractu matrimoniali seu alios quovismodo supradicto Arnoldo, suo consanguineo, se fecisse
  22. dicebat prout ibidem publice asserebat ... Sinantem vero supradictus Arnoldus et sui suc-
  23. cessores ac heredes mediante premissis adhuc contenti esse et manere non vellent sed ultra hoc legatarios
  24. et alios successores bonorum ipsius testatoris impetere vexare aut aliquo modo molestare per se vel
  25. alios eb impedire ...
  26. in illo casu supranominatus testator revocavit ...
  27. omnia et singula legata supranominata Arnoldo, suo consanguineo, facta ...
  28. prout in testamento suo principali aut alias quomodolibet continebur... que sic nullius roboris
  29. vel momenti esse voluit et manere presentibus tamen in suis robore et vigore tunc firmiter permansuris ...
  30. Et sic eidem testator legavit eidem Arnoldo, sui consanguineo cum suis here-
  31. dibus ... unum antiquum grossum semel dandum ... mediante quo idem Arnoldus
  32. cum suis heredibus ... erit contentus ...
  33. Et in illo eventu sepedictus testator
  34. omnia et singula sua bona ad Hillegondem, suam filiam, ad plenam et liberam suam voluntatem habenda ...
  35. her. succedere voluit ...
  36. Acta ... in ... die Vuchterstraet ... habitacionis ipsius testatoris ...
  37. Presentibus ibidem
  38. Theoderico, filio quondam Wolteri Priem, zeemscoemaker, Henrico filio dicti Theoderici Priem et
  39. Johanne, filio Danielis ac Heylwige, uxore ipsius testatoris ...
  40. Et ego Gerardus Lamberti de Berlikem, clericus Leodiensis diocesis ...
  41. notarius ...
N.B.: Deze akte is beschadigd.
Nummer: 1319

1481 maart 24

anno Domini millesimo quadringentesimo octuagesimo

Henricus de Berck en Henricus die Leeuwe, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Gerardus vander Lulsdonck, zoon van wijlen Gerardus, aan magister Willelmus de Busco heeft overgedragen de hierna volgende erfcijns van 6 £ met de achterstallige bedragen uit:
  1. huis, erf, hof en aangrenzend erfgoed buiten de stadsmuren van Den Bosch tussen het erfgoed van Theodericus die Lu aan een zijde en het openbare pad aan de andere zijde,
  2. een zekere beemd, 3 morgen groot, in de parochie Gestel bij Heerlair tussen het erfgoed van Jacobus vanden Wiel aan een zijde en het erfgoed dat vroeger was Daniel vander Heyden, later van Zebertus vanden Zande, aan de andere zijde,
  3. een erfcijns van 17 £, welke cijns Marselius de Heerlair, zoon van wijlen Johannes de Heerlair, verschuldigd was aan Gerardus, zoon van wijlen Godefridus Boden de Herlair, uit:
    1. verscheidene (niet gespecificeerde) erfgoederen,
    2. een zekere beemd, 3 dagen hooien groot, op de plaats Int Gestelsche Bosch tussen het erfgoed van Willelmus de Beke aan een zijde en het erfgoed Die Gemeyn Bleken aan de andere zijde,
welke cijns van 6 £ Gerardus van Arnoldus, zoon van Gerardus, zoon van wijlen Peregrinus de Driel, verkregen had.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0789

1481 maart 24

anno Domini millesimo quadringentesimo octuagesimo

Henricus de Berck en Henricus die Leeuwe, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Gerardus vander Lulsdonck, zoon van wijlen Gerardus, aan magister Willelmus de Busco overgedragen had een erfcijns van 6 £ uit:
  1. een huis, erf hof en aangrenzend erfgoed buiten de stadsmuren van Den Bosch tussen het erfgoed van Theodericus die Lu aan een zijde en het openbare pad aan de andere zijde,
  2. een zekere beemd, 3 morgen groot, in de parochie Gestel bij Heerlair tussen het erfgoed van Jacobus vanden Wiel aan een zijde en het erfgoed dat vroeger was van Daniel vander Heyden, later van Zebertus vanden Zande, aan de andere zijde,
  3. erfcijns van 17 £, welke Marselius de Heerlair, zoon van wijlen Johannes de Heerlair, aan Gerardus, zoon van wijlen Godefridus Boden de Heerlair, verschuldigd was uit:
    1. verscheidene (niet gespecificeerde) erfgoederen,
    2. zekere beemd, 3 dagen hooien groot, Int Gestelsche Bosch tussen het erfgoed van Willelmus de Beke aan een zijde en het erfgoed Die Gemeyn Bleken aan de andere zijde.
Magister Henricus Pelgrom, zoon van Gerardus, is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft ten gunst van magister Willelmus de Busco afstand gedaan van die cijns van 6 £ en van al zijn rechten daarop.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0790

1481 april 11

anno Domini millesimo quadringentesimo octuagesimo

Engelbertus de Uden en Johannes de Ham, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Gerardus de Mulsen, zoon van wijlen Adrianus Peters soen, aan Henricus vanden Broeck, zoon van wijlen Johannes vanden Broeck, kramer, ten gunste van hem en van Agnes, dochter van wijlen Adrianus, overgedragen heeft het derde deel en alle rechten die daarbij horen van het huis en erf van Adrianus in de Kerkstraat achter de toren op de hoek aldaar tussen het Thoerenstraetken aan een zijde en het erfgoed van Mechteldis, weduwe van Thomas Landmeters, kleermaker, aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de Kerkstraat tot aan het erfgoed van Johannes Kemp, glazenier.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0791

1481 april 19

anno Domini millesimo quadringentesimo octuagesimo

Enghelbertus de Uden en Henricus de Berck, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Thomas de Uden, zoon van wijlen Petrus de Uden, aan Johannes vanden Berge, zoon van wijlen Gerardus, en Arnoldus vanden Gheyne, zoon van wijlen Willelmus, overgedragen heeft het erfgoed dat vroeger was van Martinus de Kessel en Henricus Kock, later van de Bonifanten, vervolgens van Reynera, weduwe van Franco Knoep, op het einde van de Orthenstraat tussen het erfgoed van Rodolphus Benne aan een zijde en het erfgoed van de kerkfabriek van de Sint-Petrus- en Pauluskapel aan de andere zijde, welk erfgoed samen met de gebouwen die er nu op staan Thomas van Hubertus Monic, bovendeken, Johannes Pynappel, magister, Johannes Brock, Henricus vanden Doren, dekens, Arnoldus de Doeren, wasmeester, Marcelius die Cremer en Martinus de Ampstell, gewone leden van het Sint-Jorisgilde, verkegen had.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0792

1481 september 14

  1. ... Quod Anno a Nativitate eiusdem millesimo quadringentesimo octuagesimo
  2. primo ... mensis septembris die quarta decima ...
  3. personaliter constitutus ... Christianus ... Becker, consul et burgensis
  4. opidi Busciducensis ...
  5. approbando ... talem testa-
  6. mentum quale dictus testator dudum cum quondam
  7. Hilaria, filia quondam Wellini Scilder, sua prima coniuge, ...
  8. ordinavit illudque et illam in suo cursu et effectu inquantum tamen ordinationi
  9. hinc contrarium seu contraria non fuerit permanere voluit ... testamentum suum
  10. de bonis et rebus suis ... in presentia ...
  11. et consensu Katherine, filie quondam Theoderici ... de Hees, sue legitime coniugis
  12. presentis et in subscriptis palam consentientis et licenciam eidem Christiano dantis fecit
  13. ... extremam suam voluntatem ...
  14. In quoquidem testamento ...
  15. idem testator inter diversa particularia legata ...
  16. legavit fabrice ecclesie Leodiensis unum grossum veterum
  17. ... smel eidem post suum obitum persolvendum. ITEM ... testator et pretacta
  18. quondam Hilaria in prenarrato testamento ...
  19. legaverunt fabrice ecclesie ... Johannis ... unam
  20. ibram grossorum monete flandrie post obitum amborum ... persolvendam et quam pro
  21. medietate post obitum pretacta Hilarie rectoribus dicte fabrice exsolvit ... Aliam
  22. autem medietatem ... idem testator revocavit ...
  23. ac pro illa medietate et loco illius legavit pretacte fabrice ...
  24. a. et h.c. 1 £ ...
  25. quem censum Arnoldus
  26. ... de Doern alias Ingram aurifaber prefato testatori solvere tenetur ...
  27. ex certis contrapignoribus in parochia de Nulant ...
  28. Ita quod rectores ... fabrice eundem censum vendere
  29. seu alienare non debeant nisi in necessitatis articulo per rectores dicte fabrice ad opus
  30. eiusdem post obitum predicti testatoris aprrehendendum ...
  31. Acta ... in camera dormitionis domus inhabitationis eiusdem testatoris ...
  32. in vico Orthensi iuxta capellam sancti Petri et Pauli ...
  33. Presentibus ibidem ...
  34. dominis Johanne Sluyter de Bakel et Johanne de Ponte, alias de Heyst,
  35. presbyteris in ecclesia sancti Johannis ... perpetuis beneficiatis ...
  36. Et ego Johannes Amelrici de Buscoducis, clericus Leodiensis
  37. notarius ...
Nummer: 1320

1482 maart 15

anno Domini millesimo quadringentesimo octuagesimo primo

Willelmus Steenwech en Reynerus vanden Hoevel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Mechteldis, weduwe van Thomas Lantmeters, kleermaker, aan Cornelius vanden Borchhove, burger van Leuven, zoon van wijlen Wolterus, overgedragen heeft haar huis en erf in de Kerkstraat tussen het erfgoed van Adrianus Peters soen, ook genoemd de Mulsen, aan een zijde en het erfgoed van Johannes Blickman, bontwerker, aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de openbare weg tot aan het erfgoed van Johannes Kemp, glazenier, met al haar huisraad, juwelen, vorderingen en gerede goederen op voorwaarde dat Cornelius Mechteldis in haar levensonderhoud haar leven lang zal voorzien, aangepast aan haar stand, overeenkomstig de Leuvense schepenbrieven.
Dorsaal: fabrica ecclesie sancti Johannis in Buscoducis.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0793

1482 mei 23

Acta ... in domo inhabitacionis mei notarij subscripti iuxta conventum fratrum minorum

Notaris Sanderus Pyeck de Batenborch, clericus van het bisdom Colonium, oorkondt dat Cornelius vanden Borchoven, burger van de stad Leuven, als wettige echtgenoot van Katherina vanden Hove, dochter van wijlen Wolterus vanden Hove en Mechteldis Bongieris, vroeger echtgenote van wijlen Thomas Landtmeter, kleermaker, burger van de stad Den Bosch, daartoe gemachtigd aan magister Simon Folcardus de Amsterdammis, ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan, heeft overgedragen het huis en erf van wijlen Thomas en Mechteldis, nu van Cornelius, in de Kerkstraat tussen het erfgoed van Johannes Blickman, bontwerker, aan een zijde en het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Adrianus de Mulsen aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de Kerkstraat tot aan het erfgoed van Johannes Kemp, glazenier, met als lasten het vierde deel van een penning, gewoonlijk philippuspenninck genoemd, als grondcijns en een erfcijns van 4 £ aan verscheidene (niet gespecificeerde) personen. Met als getuigen: Godefridus Pottey en Johannes van Overmeer, zoon van Bernardus, schoenmakers.
Dorsaal:
  1. het huys van S. Geldrip in de Kerckstraet tot 's Hertogenbosch ende jaerlyx uyt gaet VII stuivers et XX stuivers payment,
  2. folio 41,
  3. Numero 30,
  4. folio 29 verso,
  5. goede.
Nummer: 1321

1482 mei 24

Reynerus vanden Hoevel en Godefridus Zweders, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Mechteldis, weduwe van Thomas Lantmeter, kleermaker, daartoe gemachtigd, aan Cornelius vanden Borchove, burger van Leuven, zoon van wijlen Wolterus, overgedragen had:
  1. haar huis en erf in de Kerkstraat tussen het erfgoed van wijlen Adrianus Peters soen, anders genoemd de Mulsen, aan een zijde en het erfgoed van Johannes Blickman, bontwerker, aan de andere zijde, zich achterwaarts uitstrekkend vanaf de openbare weg tot aan het erfgoed van Johannes Kemp, glazenier,
  2. al haar huisraad, juwelen, vorderingen en gerede goederen.
Cornelius is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft aan Franco de Langel ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan dit huis en erf overgedragen.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 0794

1482 juni 18

Reynerus vanden Hoevel en Johannes Scilder, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Amelius de Boechem, als meester van de kerkfabriek van de Sint-Jan, aan Franco de Langel heeft overgedragen een erfpacht van een ½ mud rogge met de achterstallige pachten uit alle goederen van Hillegonda van Ryel, dochter van wijlen Nicolaus, zoon van wijlen Hubertus van Ryel, in een extact uit haar testament aan die kerkfabriek vermaakt had.
Dorsaal: 4 sesters rogs in Riel in hoc habetur dat zy zyn afgeleegt (?) (Van Uden)
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0795

1482 juni 18

Reynerus vanden Hoevel en Johannes Scilder, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Amelius de Boechem, als meester van de kerkfabriek van de Sint-Jan, aan Franco de Langel heeft overgedragen een erfpacht van ½ mud rogge uit een zekere akker, 1 zester groot, Den Gruenen Wech, die vroeger van Aleydis, dochter van wijlen Jacobus de Vrillichoven, weduwe van Johannes Crom, zoon van wijlen Godefridus, was, welke pacht Aleydis in een extract uit haar testament aan die kerkfabriek vermaakt had.
Zegels: linkerzegel fragment, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 0796

1482 juni 18

Reynerus vanden Hoevel en Johannes Scilder, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Amelius de Boechem, als meester van de kerkfabriek van de Sint-Jan, aan Franco de Langel overgedragen heeft een erfpacht van 1 mud rogge met de achterstallige pachten uit een beemd in de parochie Boxtel, Oyneracker, welke pacht Johannes, zoon van wijlen Wolterus de Rede, in een extract uit zijn testament aan de kerkfabriek vermaakt had.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0797

1482 juni 20

Johannes Scilder en Johannes, zoon van Godefridus de Hedel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Franco de Langel aan Symon Volcardis de Amsterdammis ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan heeft overgedragen 1 mud rogge uit een zekere beemd in de parochie Boxtel, Oyneracker, welke pacht met de achterstallige hoeveelheden die daaruit nog betaald moesten worden, Franco van Amelius de Boechem, als meester van de kerkfabriek van de Sint-Jan, verkregen had.
Dorsaal: 1 morgen rogs Buxtel nullius valoris want ? folio CXXXIII (Van Uden)
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 0798

1482 juni 20

Johannes Scilder en Johannes, zoon van Godefridus de Hedel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Franco de Langel aan Symon Volcardis de Ampsterdammis ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan heeft overgedragen een erfpacht van een ½ mud rogge met de achterstallige pachten uit alle goederen van Hillegonda van Ryell, dochter van wijlen Nycolaus, zoon van wijlen Hubertus van Ryel, welke pacht Franco van Amelius de Boechem, als meester van die kerkfabriek verkregen had.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0799

1482 juli 1

Heynerus vanden Hoevel en Johannes Scilder, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes Buck, zoon van wijlen Hubertus Buck de Lyt, aan Franco de Langel ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan beloofd heeft te betalen gedurende 6 jaren vanaf het laatste feest van de Geboorte des Heren zonder onderbreking, namelijk voor het le jaar 8 peters en voor elk van de volgende 5 jaren 10 peters, telkens op dat feest en waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden op het eerstvolgende feest van de Geboorte des Heren, wegens de huur van 4 morgen en 2 hont land, die vroeger van Theodericus de Berze waren, nu van de genoemde fabriek, in de parochie Kessel op de plaats Int Voerbroeck.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0800

1482 juli 5

Willelmus Steenwech en Reynerus vanden Hoevel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes, zoon van wijlen Nycolaus Coenen, anders genoemd de Audenhoven, als weduwnaar van Geertrudis, dochter van wijlen Henricus die Bruyne, aan Katherina, dochter van Johannes en Geertrudis, heeft overgedragen zijn vruchtgebruik en rechten in 2 huizen, erven en een onbebouwd stuk erfgoed dat daarachter ligt in het Thorenstraetken tussen het erfgoed van de kerkfabriek van de Sint-Jan en Philippus die Leeuwe aan een zijde en het erfgoed van dezelfde kerkfabriek aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf dat straatje tot aan het erfgoed van die kerkfabriek en de afhankelijke goederen daarvan.
Dorsaal: fabrica sancti Johannis in Buscoducis.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0801

1482 juli 5

Willelmus Steenwech en Reynerus vanden Hoevel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Amelius de Boechem en Gerardus, zoon van wijlen Henricus de Os, als meesters van de kerkfabriek van de Sint-Jan, beloofd hadden te betalen aan Johannes, zoon van wijlen Nycolaus Coenen, anders genoemd de Audenhoven, voor zijn vruchtgebruik, en aan Katherina, zijn dochter, als erfrecht, een erfcijns van 9 £ uit 2 huizen, erven en een onbebouwd stuk erfgoed dat daarachter ligt in het Thorenstraetken tussen het erfgoed van die kerkfabriek en Philippus die Leeuwe aan een zijde en het erfgoed van dezelfde kerkfabriek aan de andere zijde, welke 2 huizen, erven en onbebouwd stuk erfgoed deze kerkmeesters van Katherina ten gunste van dezelfde kerkfabriek voor die cijns van 9 £ en verscheidene andere (niet gespecificeerde) lasten verkregen hadden. Johannes en Katherina zijn nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en hebben aan de meesters van de kerkfabriek beloofd dat zij de kerkfabriek machtigen om vanaf het eerstvolgende feest van de Geboorte van Johannes de Doper na het verstrijken van 7 jaar op hun goederen onderpanden te leggen op 2 of 3 plaatsen in de Stad en Meierij van Den Bosch die voldoende zijn voor de betaling van een erfcijns van 9 £ en dat zij gehouden zullen zijn om aan de kerkfabriek deze cijns van 9 £ opnieuw over te dragen.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0802

1482 juli 5

Willelmus Steenwech en Reynerus vanden Hoevel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes, zoon van wijlen Nycolaus Coenen, anders genoemd de Audenhoven, aan Katherina, dochter van Johannes en van wijlen Geertrudis, zijn vrouw, dochter van wijlen Henricus die Bruyne, had overgedragen zijn vruchtgebruik en zijn rechten in 2 huizen, erven en een onbebouwd stuk erfgoed daarachter liggend en de afhankelijke goederen daarvan in het Thorenstraetken tussen het erfgoed van de kerkfabriek van de Sint-Jan en Philippus die Leeuwe aan een zijde en het erfgoed van dezelfde fabriek aan de andere zijde. Katherina is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en had aan Amelius de Boechem en Gerardus, zoon van wijlen Hennicus Sanders de Os, als meesters van de kerkfabriek de voornoemde goederen overgedragen tegen betaling van:
  1. erfcijns van 24 schelling aan het kapittel van de Sint-Jan,
  2. erfcijns van 15 schelling aan de investiet van de kerk van het Begijnhof in Den Bosch,
  3. erfcijns van 2 £ aan Gerardus, zoon van wijlen Willelmus Huyberman,
die daar eerder uit betaald moesten worden,
  1. een erfcijns van 9 £ aan Johannes en aan Katherina, tot hun vruchtgebruik.
Dorsaal: gequeten aen handen van Peter Willemssoen van (Walliten ?) Bosch den ? XXV anno XLVI.
Zegels: linkerzegel zwaar beschadigd, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 1322

1482 juli 5

De inhoud van deze akte is identiek aan die van de voorgaande akte.
Dorsaal: fabrica ecclesie sancti Johannis.
Zegels: beide licht beschadigd.
N.B.: Het formaat van deze akte is wat "vierkanter".
Nummer: 1323

1482 augustus 9

Reynerus vanden Hoevel en Johannes Scilder, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Iudocus Vos, zoon van Godefridus Vos, aan Willelmus Pyckevet heeft overgedragen al de roerende en onroerende goederen die hem en aan zijn vader Godefridus, of een van hen beiden, vererfd zijn door de dood van Gertrudis, weduwe van Bartholomeus Vos, en van wijlen frater Henricus Vos, kloosterling van het klooster der Minderbroeders in Den Bosch.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0803

1482 september 10

Johannes Scilder en Godefridus Zweders, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Arnoldus Marck, zoon van wijlen Arnoldus Marck, aan Willelmus, zoon van wijlen Arnoldus Moenen soen, verkocht had:
  1. huis, erf, hof en aangrenzende erfgoederen, gedeeltelijk akkers, gedeeltelijk broekgronden, gedeeltelijk heide in de parochie Sint-Oedenrode op de plaats Neynssel,
  2. stuk land, Die Stock,
  3. stuk heidegrond.
op deze stukken rusten de volgende verplichtingen:
  1. grondcijns van 1 stuver aan de Heer van Helmont,
  2. 1 philippuspenninck aan Hermannus Coenen,
  3. 12 plakken aan het kapittel van Sint-Oedenrode,
  4. 5 stuvers aan de buren van Rode,
  5. een erfpacht van 9 vatzaten rogge, aan de rector van het Onze-Lieve-Vrouwealtaar in de kerk van Sint-Oedenrode,
  6. erfpacht van 9 vatzaten rogge, Rooise maat, aan de kinderen van wijlen Arnoldus Moenen,
  7. een erfpacht van 6 vatzaten van die maat aan Henricus de Herenthem,
  8. een erfpacht van 4½ vatzaten rogge aan Aleydis Damen,
  9. een erfpacht van 3 vatzaten rogge aan Adam Heymans en Eva, zijn zus,
  10. een erfpcht van 10 £ aan Arnoldus en Theodericus vander Voert, broers,
  11. een erfpacht van 6 £ aan Vrouwe Petra Spierinx,
  12. een erfpacht van 4 £ aan de deken en het kapittel in Den Bosch,
die daar eerder uit betaald moesten worden. Arnoldus Marck is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft aan Wilhelmus beloofd dat hij deze verplichtingen met de achterstallige bedragen vanaf de voornoemde termijnen tot aan het eerstvolgende feest van Maria-Lichtmis na het verstrijken van 1 jaar zal betalen.
Zegels: linkerzegel fragment, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 0804

1482 november 26

  1. ... Anno a Nativitate Eiusdem
  2. millesimo quadringentesimo octuagesimo secundo ... mensis novembris die vicesima sexta ...
  3. personaliter constitutus ... Petrus filius quondam Johannis
  4. de Hulst alias dictus vulgariter Hont, opidanus opidi de Buscoducis,
  5. fecit ... testamentum suam
  6. Item testator legavit fabrice ... sancti Lamberti Leodiensis ... quatuor stuferos semel
  7. adstatim post eius obitum dandos. Item nostre Domme nove in Buscoducis totidem. Item fabrice sancti Johannis ...
  8. quatuor florenos renenses ... ad statim post eius obitum semel ... Item domino Philippo de Wouda, suo confes-
  9. sori ... tres florenos renenses ... semel ut supra ... Item alijs duobis capellanis ... sancti Johannis
  10. .. cuilibet sex stuferos semel dandum. Et cuilibet custodi unum stuferum. Insuper voluit ipse testator sibi per prefatum dominum Philippum
  11. ... celebrari post obitum suum duo tricenaria pro quibus voluit sibi dari unum florenum renensem pro quolibet. Item pro inscriptione ...
  12. testatoris in libro anniversariorum dominorum decani et capituli dicte ecclesie sancti Johannis ... singulis diebus dominicis in ambone legendis
  13. legavit ipse testator prefatis dominis decano et capitulo florenos renenses ... ad statim post eius obitum dandos ... Item fabrice
  14. capelle sancti Petri in vico Orthensi ... legavit ... viginti florenos renenses ... ad statim post eius obitum ...
  15. Deinde ipse testator legavit ... Martino filio naturali ... quondam Barbare, sue filie, a.
  16. et h.p. 2 modiorum sil. quam ipse testator ... in diversis pactionibus in parochijs de Hoechstraten
  17. et Wortel solvendas habere dicebat per prefatum Martinum ad statim post ipsius testatoris obitum aprrehendendas ... tali
  18. condicione ... quod in eventum quo ipse Martinus absque prolibus legitimis ... decesserit
  19. in illum eventum ipse legavit ... testator mense Sancti Spiritus in opido de Busciducis medietatem prefate a. et h.p. ...
  20. ad statim post ipsius Martinum obitum ...
  21. reliquam vero medietatem a. et h.p. ...
  22. unacum omnibus et singulis alijs suis bonis mobilibus et immobilibus voluit ... testator per prefatam Elizabeth suam uxorem legitimam
  23. possideri secundum ius patrie sive villicatus pretacti opidi de Buscoducis et non alias neque alio modo.
  24. Acta sunt hec in dicto opido de Buscoducis in domo habitacionis ipsius testatoris ...
  25. presentibus ... domino Philippo de Wouda prefato et Alardo Hamel ...
  26. Et ego Wilhelmus Spierinck, presbyter Leodiensis diocesis ...
  27. notarius ...
Dorsaal: P (van Petrus ?)
N.B.: Het legaat aan de Petruskapel is onderstreept.
Nummer: 1847

1482 december 3

Acta ... in domo habitacionis testatricis in vico Tinctorum

Notaris Theodericus Blerinct, priester van het bisdom Leodium, instrumenteert het testament van Elizabeth, wettige vrouw van Theodericus Pels, brouwer, wettige zoon van wijlen Arnoldus Pels, wettige dochter van wijlen Willelmus Heijmans, burgeres van de stad Den Bosch, waarin zij de volgende bepalingen heeft opgenomen:
  1. Zij heeft vermaakt aan de kerkfabrieken van de Saint-Lambert in Luik en de Sint-Jan en aan Sint-Johannes van de laatste kerk ieder 1 maal 1 stuiver die na haar dood betaald moet worden,
  2. Zij heeft vermaakt aan haar wettige kinderen ieder 1 maal oude groot en zij wil dat zij verder van de erfenis uitgesloten worden.
  3. Zij heeft alle andere goederen vermaakt aan Theodericus Pels en deze krijgt de volmacht om daarover te beschikken.
Met als getuigen: Arnoldus die Cuyper en Johannes de Heeze.
Dorsaal: fiat vidimus de isto instrumento tradatur Theoderico Pels filio quondam Arnoldi Pels qui prout super omnia ? tradere Theoderico Dabelyn cupifici filio quondam Theoderico Dabelyn nisi per incendium ut in ? Kuyst dato XVIII decembris. (Van Uden)
Nummer: 1611

1482 december 6

op sunte Nycolaes dach bysscop

Ott van Driel en Ghysbert Hack, schepenen in Driel, oorkonden dat Willem van Nyewael Rolofs soin aan Dirck van Goch, priester en procurator van de broeders van de Derde Orde van Franciscus van het klooster van onser Liever Vrouwen Berch bij Batenborch, verkocht heeft voor 100 goudgulden de goederen die vermeld zijn in de akte waardoor deze akte getransfigeerd is.
Zegels: beide licht beschadigd.
N.B.: Deze akte vormt transfix samen met akten uit 1459 oktober 7, 1466 december 28, 1485 mei 27
Nummer: 1286; 1328; 1329

1482 december 6

  1. Wij Ott van Driell ende Ghijsbert Hack scepen in Driel tuygen dat voir ons comen is Willem van Nyewael
  2. Rolofssoin ende heeft vercoft ende opgedragen voir hondert gouden gulden goet ende ghene die hij ghiede dat
  3. hem betaelt sijn die brieve dair desen tegenwoirdigen brieff doirsteken is ende alle tgehout der brieve als
  4. dair in gescreven steet brueder Dirck van Goch priester ende procuratoer der bruederen vander dorder oirden
  5. sheilgen vaders francisci des cloesters op onser Liever Vrouwen Berch bij Batenborch tot behoeff des priors ende
  6. gemynnen convents des cloesters voirseyde erflyck te besitten ende Willem van Nyewael voirseyde verteech op die ...
  7. In orconde onser letteren. Gegeven int Jair ons Heren dusent vierhondert tweeendetachtentich
  8. op sunte Nycolaes dach bysscop.
Dorsaal: geen aantekening.
Zegel: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel licht beschadigd.
N.B.: Deze akte vormt transfix samen met 1459 oktober 7, 1466 december 28, 1485 mei 27
Nummer: 1286; 1328; 1329

1483 januari 14

Acta ... in conventu sororum ordinis sancti Augustini communiter zwesteren nuncupatarum opten Papenhuls

Notaris Sanderus Pyeck de Batenborch, clericus van het bisdom Colonium, instrumenteert dat Nicolaus Jans soen vander Stegen, wettige weduwnaar van Heilwig, dochter van wijlen Hermannus Pynne, de magisters Johannes en Rutgerus, broers, wettige kinderen van Nicolaus en wijlen Heilwig, aan de notaris ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan overhandigd hebben:
  1. het huis van Nicolaus met erf en hof, zijn achterhuis en de doorgang van dit huis naar de Hynthamerstraat naast het kerkhof van de Sint-Jan tussen het erfgoed van Nicolaus aan een zijde en het erfgoed van Wilelmus Scheerslyper en dat kerkhof aan de andere zijde en een einde en met het andere einde strekt het zich uit tot aan de Hynthamerstraat, hiervan echter uitgezonderd het terras (solario) waarvan Nicolaus het vruchtgebruik zal hebben,
  2. 2 huizen, 2 achterhuizen, waarvan de terrassen van die achterhuizen, die Nicolaus Janssoen in gebruik heeft, zijn uitgesloten, tussen het erfgoed van Willelmus Scheerslyper en een tussenpad aan een zijde en de overige 2 woonhuizen van Nicolaus Jans soen aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de tussenmuur van die achterhuizen tot aan de Hynthamerstraat,
welke 3 huizen de kerkfabriek na de dood van Nicolaus en niet eerder zal krijgen, waarvoor voortaan altijd elke dag op het altaar van de nieuwe Onze-Lieve-Vrouw naast de toren door een geschikte priester een mis gelezen moet worden en gedurende alle lauden ter ere van Onze-Lieve-Vrouw op het oxaal voor het kruisbeeld voor het hoogkoor een waskaars van 3 pond of een groter gewicht moet branden voor het zieleheij van Nicolaus Jans soen, van Heilwig, van wijlen Elizabeth, zijn dochter, de magisters Johannes en Rutgerus en alle overleden gelovigen. En wat er van de bediening van die mis en die kaars overblijft zal ten gunste van die kerk komen. Er is verder bepaald dat de meesters van de kerkfabriek de goten die liggen tussen het huis van de fabriek en het huis van de Nicolaus voor een helft en Nicolaus voor de andere helft zullen onderhouden en na hem van zijn 2 overige huizen de eigenaren of de bezitters. Nicolaus en na hem de bezitters van de overige 2 huizen met hun achterhuizen, terrassen, rechten en alle afhankelijke goederen naar hun goeddunken bewonen zoals Nicolaus ze op dit moment bewoont en gebruikt. Met als getuigen: heer Goeswinus de Balen, priester, en Ghyselbertus, zoon van wijlen Henricus die Bruyn.
N.B. Door deze akte is getransfigeerd een akte van 1490 november 15.
Nummer: 1618

1483 januari 17

  1. ... quod anno a Nativitate Eiusdem Domini millesimo quadringentesimo octuagesimo secundo ... mensis decembris die nona ...
  2. ... personaliter constitutus ...
  3. Nicolaus Janssoen vander Stegen, magister fabrice ecclesie sancti Johannis relictus legitimus ... Heilwigis ... , filie quondam Hermanni Pynne Hermanni Pynne, opidanus et inhabitator
  4. predicti Busciducensis opidi ...
  5. asseruit se pridem unacum predicta Heilwige, ... fecisse et condidisse testamentum ...
  6. in quo ... ipsi testatores voluerunt ... quod superstes ipsorum de scitu consensu, licentia ... suorum quatuor executorum ad hoc
  7. inibi nominatorum suam liberam haberet potestatem ... eorum testamenti mutandum addendum ... predictus igitur Nicolaus in presentia et de expressu scitu consensu
  8. ... honorabilium virorum dominorum Johannis Clivis, prioris conventus fratrum cruciferorum, Michaelis Tielmanni de Brede, patris et rectoris domus fratrum presbyterorum et clericorum sancti Gregorij, pape, iuxta vicum Hijnthamensem
  9. Amelij de Boechem, magistri fabrice predicte ecclesie sancti Johannis, senioris et Godefridi Dicbier, magistri et rectoris hospitalis maioris in Buscoducis pro tempore ... tamquam executorum testamenti Nicolal ... et quondam Heilwigis prescriptorum
  10. potestatem ... utendo ...
  11. fecit et condidit testamentum ...
  12. legavit fabrice venerabilis
  13. ecclesie sancti Lamberti Leodiensis, Domine Nostre nove in ecclesia sancti Johannis Evangeliste ... et sancto Johanni, patrono suo, in edam ecclesia, cuilibet septem stuferorum semel post eium obitum dandum. Consequenter antedictus Nycolaus
  14. ... legavit ... magistro Johanni et Rutghero, fratribus, liberis suis legitimis ... et quondam Heilwigis, ... mansum quoddam ad ipsum testatorem
  15. ... spectandem situm in parochia de Vucht sancti Petri. Insuper mansum suum in parochia de Tilborch ... unacum omnibus ... iuribus et attinentijs eorundem mansorum ... atque omnes
  16. ... hereditates suas in parochia de Maren ... que sibi ex parte predicte Heilwige advenerunt ...
  17. ab eisdem magistro Johanne et Rutgero adstatim post obitum predicti Nicolai ... legatos ...
  18. Insuper antedictus testator legavit eisdem magistro Johanni et Rutghero centum et triginta florenos renenses ...
  19. a. et h.c. de quibus sibi testatori opidum de Buscoducis ... obligatur ... necnon 24 florenos reneses h.c. quos dominus Johannes Back,
  20. miles, sibi testatori, her. soivere tenetur. Insuper decem florenos renenses quos Petrus de Vladeracken, dominus temporalis de Geffen, sibi testatori, solvere tenetur et obligatur. Insuper centum et triginta
  21. septem florenos renenses quos sibi opidum de Boemel annuatim et hereditarie solvere tenetur. Insuper legavit eisdem magistro Johanni et Rutghero centum et septuaginta florenos renenses vitalis pensionis
  22. quos idem testator ad vitam dictorum suorum liberoruni ... pridem ad et supra opidum de Buscoducis ernit ... Insuper legavit eisdem magistro Johanni et Rutgero adhuc triginta florenos renenses vitalis pensionis de
  23. reliquis vitalibus pensionibus suis quas ad et supra alia contrapignora infra opidum de Buscoducis aut aut eius villicacionem sitauata habet solvendas. Sic videlicet quod vitalis pensio simul se extendet ... ad summam ducentorum
  24. florenorum huiusmodi. Insuper antedictus testator ... legavit eisdem magistris Johannis et Rutgero, suis liberis legitimis ... tot et tanta bona hereditaria seu redditus hereditarios de alijs bonis
  25. suis hereditarijs et immobilibus supra non specificatis. Ita videlicet quod huiusmodi bona hereditaria seu redditus hereditarij simul et unacum bonis et redditibus hereditarijs ac mansi et hereditatibus pretactis simul a. et h. singulisque
  26. annis valeant et ascendant ad summam quadringentorum florenorum renensium ... annul et hereditarij census seu annuorum et hereditariorum redditum demptis et inde seclusis pretactis ducentos florenos renenses vitalis pensionis
  27. instituens idem ... testator prefatos magistrum Johannem et Rutgerum ... in bonis omnibus et singulis pretactis. Ipsis modo prescripto legatos suos veres et legitimos heredes. Condicto in hijs et subiuncto quod predicti magistri Johannes
  28. et Rutgerus ... bona supratacta ipsi ut prefertur legata non vendent vel alienabunt nisi prius habuerunt prolem legitimam seu proles legitimas aut in articulo captivitatis corporum, incendij notabilis ve necessitatis aut causa
  29. commoditatis et utilitatis liberorum eorundem quo casu ipsi liberi iterum convertere tenebitur pecunias inde preceptas in et ad alios equivalentes redditus et bona equivalentia voluit. Insuper antedictus testator ... in vim
  30. testamenti ordinavit quod si predicti sui filij decedentes absque prole seu prolibus legitima vel legitimis post ipsos in vita remanente ... quod extunc ... filij bona pretacta inquantum per ipsos modo et forma supratactis
  31. non fuerunt vendita vel alienata pro salute animarum suarum suorumque parentum propter Deum et ad Dein honorem prout ipsi salubrius visum fuerit expedire testamentaliter disponent et ordinabunt. Quibus sic ut premittitur peractis predicti magistri
  32. Johannes et Rutgerus in premissis omnibus et singulis per ipsum Nicolaum testatorem ... ordinais ... unanimiter consensuerunt ... volentes etcetera
  33. ... ipsumque eorum patrem ad hoc auctorizantes videlicet quod idem ... testator ... de et omnibus et singulis alijs bonis suis mobilibus et immobilibus
  34. hereditarijs, creditis rebus et paratis eisdem suis filijs non legatis de quibus scilicet supra non est aliqua mencio facta ad libitum sue voluntatis disponere ... illa scilicet vendendum vel alienandum prout sibi placuerit
  35. et visum fuerit expedire. Et premissa antedictus testator voluit et mandavit esse suum testamentum ...
  36. Acta ... in magno refectorio conventus fratrum predicatorum ... Presentibus ibidem
  37. domino Philippo de Bergh, capelano cure predicte ecclesie sancti Johannis, Johanne Pynappel, mercatore, magistro Godefrido Hels, Ghyselberto Henrixsoen die Bruijn, Marcelio de Zoemeren et Petro Plicht, testibus
  38. ... DEINDE Anno a Nativitatis Eiusdem Domini millesimo quadringentesimo octuagesimo tercio ... mensis januarij die decima septima ...
  39. personaliter constituti maigister Johannes et
  40. Rutgherus ... liberi Nicolai ... omnibus melioribus modo via iuris causa et forma quibus id melius firmius et efficacius scriverunt potuerunt et debuerunt
  41. ... eorum quilibet coniunctim et divisim palam consenserunt et publice recognoverunt ... quod in casu quo accidenter quod ipsorum alter absque prole seu prolibus legitima seu legitimis post se in via remanendos
  42. ... quod in illum eventum una medietas bonorum huiusmodi illi defuncto per prescriptum suum patrem ut premittitur legatorum seu assignatorum extunc adstatim cedet et devolvetur ... fratri suo superstiti et
  43. ... pro una saltem medietate eb pro reliqua medietate eorum patri prescripto si protunc in humanis vixerit in humanis vixerit per eundem eorem patrem extunc propber Deum ...
  44. Sed si ambo decesserint sine prole ... legitima ... post ipsos in vita remanente ... quod in illo casu prescripta bona ipsos et altera ipsorum a prescripto suo patre ut prestbitur adiuncta
  45. legata seu assignata extunc adstatim ... devolventur ad predictum eorum patrem pro una saltem medietate pro sue voluntate libito disponendum eb pro reliqua medietate per eundem suum patrem
  46. illa bona ad Dei honorem et proper Deum prout sibi melius expedire videbitur iuxta tenorem predicti sui testamenti disponenda ... si et inquantum predicti magistri Johannes et Rutgerus, eius frater, de et cum premissis bonis eis et ipsorum alteri
  47. ab eorum patre prescripto ut premittitur adiunctis legatis ... coniunctim et divisim non disposuissent seu ordinassent ... eorum quilibet. Exquo ipsi et eorum quovis in premissis bonis suam liberam potesbatem et plenariam
  48. dispocionem ... reservaverunt et reservavit eorum alter per presentes quamdiu in humanis vixerint ... Insuper antedicti magistri Johannes et Rutgerus expresse consenserunt et publice recognoverunt coniunctim et
  49. divisim, scilicet quod predictus eorum pater de et cum duabus divisionibus per eundem suum patrem et quondam suam matrem ordinatis iuxta tenorem testamenti sui ad libibum eiusdem patris sui disponere, facere et ordinare poterit et debebit
  50. tam in Buscoducis quam extra piis locis et alias veri Christi pauperibus sibi hoc placuerit et utilius videbitur expedire. Tandem vero antedicti magistri Johannes eb Rutgerus modo eb forma quibus supra consenserunt et recognoverunt
  51. ratificaruntque et approbarunt coniunctim et divisim in omnibus et singulis per prescriptam eorum patrem legatarijs prioris testamenti sui patris et quondam sui matris propter exoneratioque conscientiarum tam patris quam matris et etc. filiorum suorum
  52. amborum et in eorundem relavatione legatis supportatis datis et assignatis et eisdem e tipsorum cuilibet quovismodo adhuc legandis supportandis dandis et assignandis. Ouodquod etcetra sepefati magister Johannes et Rutgerus
  53. huiusmodi legacione ... per eorum patrem sic adhuc faciendum, disponendum ey quovismodo ordinandis unacum patre ipsorum nominatim imponentur, inserentur et inscribentur ...
  54. et ita sic voluerunt et desideraverunt sic et taliter quod hoc sit et esse debeat illis quibus donacio ... fiet perpetue. Ratum erib abque Exquo iidem magistri Johannes
  55. et Rutgerus etc. a Deo ? essent receptim et participes esse voluerint et desideraverunt bonorum ... inde fiendorum dolo et fraude seclusis ...
  56. Acta ...
  57. in camera bassa domus habitacionis dicti Nicolai iuxta comptorum ... presentibus ibidem Ghyselberto filio legitimo quondam Henrici die
  58. Bruyn et Petro Plicht testibus ...
  59. Et ego Sanderus Pyeck de Batenborch, clericus Coloniensis diocesis ...
Nummer: 1803

1483 februari 6

anno Domini millesimo quadringenteseimo octuagesimo secundo

Gerardus de Berkel en Bernardus Jans soen de Overmeer, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Willelmus Marck, zoon van wijlen Henricus, gereed geld getoond had en zijn recht op terugkoop en naastingsrecht op:
  1. een huis, erf, hof en aangrenzende erfgoederen, gedeeltelijk akker, gedeeltelijk broek, gedeeltelijk hei, in de parochie Sint-Oedenrode op de plaats Neynssel,
  2. stuk land, Die Stook,
  3. stuk heide,
welke Arnoldus Marck, zoon van wijlen Arnoldus Marck, aan Willelmus, zoon van wijlen Arnoldus Moenen, verkocht had en dat vervolgens Willelmus, zoon van wijlen Arnoldus, erkend had dat Willelmus Marck deze rechten had. Willelmus Marck is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft aan Willelmus, zoon van wijlen Arnoldus Moenen soen, deze rechten overgedragen.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0805

1483 februari 15

anno Domini millesimo quadringentesimo octuagesimo secundo

Gerardus de Berkel en Johannes de Aerle, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Gerardus de Mulsel, zoon van wijlen Adrianus, aan Paulus Roever Coenen beloofd heeft te betalen 14 rijnsgulden op het eerstvolgende feest van de Zalige Remigius.
Zegels: (afhangend) beide licht beschadigd.
Nummer: 0806

1483 februari 15

anno Domini millesimo quadringentesimo octuagesimo

Gerardus de Berkel en Johannes de Aerle, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Gerardus de Mulsel, zoon van wijlen Adrianus, aan Paulus Roover Coenen beloofd heeft te betalen 16 rijnsgulden vanaf het eerstvolgende feest van Johannes de Doper na het verstrijken van 4 jaar.
Zegels: (afhangende) bovenste zwaar beschadigd, onderste licht beschadigd.
Nummer: 0807

1483 maart 1

anno Domini millesimo quadringentesimo octuagesimo secundo

Johannes Kanapert, zoon van Johannes, en Willelmus de Haestrecht, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Rodolphus, zoon van Wijlen Johannes Toelinck, aan Hillegondis, dochter van wijlen Henricus Melis soen, weduwe van Rodolphus van den Colck gegeven heeft een stuk land, 1 zester groot, in de parochie Roesmalen, op de plaats Den Cattenbosch, op de plaats Den Veldacker, tussen het erfgoed van Hermannus de Bronckhorst en verscheidene anderen aan een zijde en het erfgoed van Hillegondis Zeben en haar medeërfgenamen, aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van Hermannus tot aan het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Daniel Lucas, tegen de betaling van een erfpacht van 2 zester rogge, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden vanaf het eerstvolgende feest van Maria-Lichtmis na het verstrijken van 1 jaar.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0808

1483 maart 3

anno Domini millesimo quadringentesimo octuagesimo secundo

Willelmus de Haestrecht en Johannes de Aerle, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Rodolphus die Bever, zoon van Rodolphus, Amelius en Vrouwe Elizabeth, hun zus, kinderen van wijlen Coenrardus de Boechem, aan Egidius, zoon van wijlen Henricus Eynskens, "den lerzemeker" gegeven hebben een huis en erf aan de Markt tussen het erfgoed Den Aern, dat vroeger was van Nycolaus de Uden, nu van zijn erfgenamen, aan een zijde en het erfgoed van Petra, weduwe van Johannes de Amstel, en haar kinderen aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de Markt tot aan het erfgoed van Wolterus vanden Rullen, apotheker, tegen een grondcijns aan de Heer en een erfcijns van 15 £ aan Katherina, weduwe van Rodolphus die Bever, senior, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden vanaf het eerstvolgende feest van de Geboorte van Johannes de Doper na het verstrijken van 1 jaar.
Dorsaal: XV libras ? forum folio XLIX. (Van Uden)
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 0809

1483 mei 28

Acta ... in coquina domus inhabitacionis eiusdem Mechteldis in vico Tinctorum

Notaris Johannes Amelrici de Buscoducis, clericus van het bisdom Leodium, instrumenteert een extract uit het testament van Vrouwe Mechteldis, dochter van wijlen Henricus Myldman en weduwe van Theodericus Pels, burgeres van de Den Bosch, waarin zij het testament dat Theodericus voor wijlen heer Petrus Mollenaer, openbaar notaris, had laten opstellen, goedkeurt en van de volmacht die haar in dat testament gegeven was, gebruik maakt door aan de kerkfabriek van de Sint-Jan een erfcijns van 4 £ te schenken uit:
  1. het stenen huis en erf op de Markt naast het erfgoed van Wynricus de Oyen, vervolgens van wijlen magister Gerardus de Vladeracken, hu echter van zijn erfgenamen, en het erfgoed van Henricus Houbraken aan de andere zijde, welk huis en erf later toebehoorden aan wijlen Wilhelmus die Haerd, nu echter van Arnoldus Pasteybecker,
  2. de afhankelijke goederen van dit huis en erf,
welke cijns van 4 £ Theodericus van Johannes Lu, zoon van wijlen Matheus die Lu en van wijlen Elizabeth, dochter van wijlen Arnoldus, zoon van Bruystinus, verkregen had, welke cijns de meesters van de kerkfabriek na de dood van de erflaatster krijgen. Met als getuigen: Johannes Coenrardi de Stockem, Johannes Sluyter de Bakel en Johannes de Ponte de Heyst, priesters van de Sint-Jan.
Dorsaal:
  1. de quatuor libris legatis fabrice per Mechteldem Pels alias Mylmans aen die Merct by Henricken Haubraken,
  2. folio LIIII (Van Uden),
  3. IIII £ uyt tduyfken aen de Merct,
  4. Numero 38,
  5. folio 46,
  6. folio 34 verso.
Nummer: 1324

1483 juli 9

Johannes Heym en Johannes de Aerle, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes Zweertveegher, zoon van wijlen Johannes, ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan afstand heeft gedaan van een huis en erf met zijn rechten en afhankelijke goederen in de Kerkstraat tussen het erfgoed van Johannes Blickman, bontwerker, aan een zijde en het erfgoed van wijlen Adrianus Peters soen aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de openbare weg tot aan het erfgoed van Keymp, glazenier, welk huis en erf vroeger waren van Thomas Lantmeter, kleermaker.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0810

1483 juli 23

Gerardus de Berkel en Johannes die Aerle, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Arnoldus en Heilwig, zijn zus, kinderen van wijlen Arnoldus Willems soen de Haenvelt, en Laurencius, zoon van Johannes de Steelant, wettige echtgenoot van Beatrix, dochter van Arnoldus Willems soen, aan Gerardus vanden Venne, zoon van wijlen Johannes, molenaar, overgedragen hebben:
  1. stuk beemd in de parochie Gestel bij Heerlaer op de plaats Nuwe Heerlaer tussen het erfgoed Smalen Hoff, dat aan Jacobus vanden Wyel toebehoort, aan een zijde en het erfgoed van Egidius die Gruyter en dat van Goeswinus van Beke aan de andere zijde,
  2. een beemd in de parochie Gestel in de beemden Theder Beempde naast het erfgoed van wijlen Henricus Smoelleners aan een zijde en naast de beemd die aan Wolterys "syen swager" toebehoort aan de andere zijde,
  3. stukje land in de parochie Gestel bij Heerlaer tussen het erfgoed van Jacobus vanden Wyel aan een zijde en het erfgoed van Florencius de Aa,
welke 3 percelen Philippus, zoon van wijlen Johannes Philips soen Faber van Theodericus Vos, zoon van wijlen Arnoldus Vos, anders genoemd Colen, verkregen had en die nu aan Arnoldus, Heylwig en Laurencius toebehoren. Arnoldus, Heylwig en Laurentius hebben bovendien beloofd dat als blijkt dat op deze gronden meer lasten rusten dan een tiende van de hooiopbrengst, een erfcijns van de in de Sint-Jan gebeneficeerde kapelaans, een erfcijns van 6 £ aan magister Willelmus de Busco en een erfpacht van 1 mud rogge aan de conventen van de Minderbroeders en Kruisbroeders in Den Bosch, zij dit voor hun rekening zullen nemen.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0811

1483 oktober 20

Scepenen, gezworen raidzlude diemen noempt ledige lude, dekenen vanden ambachten, een deel der goeder knapen ende alle die gemeyn stat van sHertogenbosch, oorkonden dat zij in naam van die stad aan de kerkfabriek van de Sint-Jan en de schrijver van het kapittel der Sint-Jan verkocht hebben onder nader gespecificeerde voorwaarden een erfrente van 12 rijnsgulden.
Dorsaal:
  1. Nummer 7, (Vander Weeghe)
  2. Dese rente is gereduceert tegens den ? xx beloopende seven guldens thien stuijvers jaerlycx ierstmael verschijnende Remigius XVIc vijftenveertich, Actum 28 septembris, J. van Casteren.
Zegel: ontbreekt.
N.B.: Deze akte is beschadigd.
Nummer: 1612

1483 oktober 20

Scepenen, geswoeren raidslude diemen noempt ledige lude, dekenen vanden ambachten, een deel der goeder knapen ende alle die gemeyn stat van sHertogenbosch, oorkonden dat zij in naam van die stad aan Jan, wettige zoon van wijlen Jan Coelbornens, verkocht hebben onder nader gespecificeerde voorwaarden een lijfrente van 8 rijnsgulden.
Zegel: 3 fragmenten.
Nummer: 1613

1484 januari 7

anno Domini millesimo quadringentesimo octuagesimo tercio

Goeswinus de Brecht en Johannes Monix, zoon van Martinus, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Margareta, weduwe van Theodericus, zoon van wijlen Petrus Polslouwers, aan Hillegonda, weduwe van Paulus, zoon van wijlen Johannes Pauwels soen, heeft overgedragen een erfcijns van 5 £ uit het huis en erf in de Vuchterstraat tussen het erfgoed van Henricus de Boert aan een zijde en het erfgoed van Stephanus de Beerze aan de andere zijde, welk huis en erf Everardus van Margareta voor die cijns en verscheidene andere (niet gespecificeerde) lasten verkregen had.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0812

1484 februari 7

anno Domini millesimo quadringentesimo octuagesimo tercio

Martinus de Rode en Johannes Monix, zoon van Martinus, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Martinus die Wilde, zoon van wijlen Henricus die Mutzemeker, aan Theodericus, zoon van wijlen Wantgerus vanden Bredelaer, beloofd heeft te betalen vanaf het eerstvolgende feest van de Geboorte van Johannes de Doper na het verstrijken van 2 jaar 25 peters en 20 £.
Zegels: (afhangende) beide zwaar beschadigd.
Nummer: 0813

1484 april 24

Petrus Pels en Johannes Monix, zoon van Martinus, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes Pijnappel aan Franco de Langel ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan heeft overgedragen een erfcijns van 20 schelling uit:
  1. huis, erf, hof en stuk land, 1½ lopenzaat groot, in de parochie Roesmalen aan beide zijden naast de slagboom, de "stat boem" genoemd, tussen het erfgoed van Nycolaus Aelbrechs soen aan een zijde en de stadsdijk aan de andere zijde,
  2. een mudzaat land op de plaats Die Byecht tussen het erfgoed van Thomas Everits soen aan een zijde en het erfgoed van Johannes Andries soen aan de andere zijde,
welke cijns Franco de Langel ten gunste van Johannes Pijnappel, van Johannes en Godefridus, broers, kinderen van wijlen Godefridus, zoon van wijlen Johannes Boden soen, gekocht had. De overdracht heeft plaats gevonden op voorwaarde dat deze cijns onderworpen zal zijn aan het land- en burenrecht samen met de andere wereldlijke goederen.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0814

1484 mei 24

Petrus Pels en Johannes Dachverlies, schepenen in BuscoduciS, oorkonden dat Arnoldus vanden Gheyne, zoon van wijlen Willelmus, aan Engbertus Vut, zoon van wijlen Lambertus, wettige echtgenoot van Johanna, dochter van Johannes vanden Berghe, zoon van wijlen Gerardus, en aan Katherina, dochter van Johannes, heeft overgedragen de helft die hij bezat in een erfgoed aan het einde van de Orthenstraat tussen het erfgoed van Rodolphus Benne aan een, zijde en het erfgoed van de kerkfabriek van de Sint-Petrus- en Pauluskapel aan de andere zijde, welk erfgoed vroeger van Martinus de Kessel en Henricus Cock was, later van de Bonifanten, later van Reynera, weduwe van Franco Knoep, welk erfgoed Johnnes vanden Berghe en Arnoldus vanden Gheyne, zoon van wijlen Willelmus, van Thomas van Uden, zoon van wijlen Petrus van Uden, verkregen hadden.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0815

1484 juni 2

Johannes Monix, zoon van Martinus, en Johannes Dachverlies, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Symon, zoon van wijlen Volcardus de Amsterdam, aan Franco de Langel ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan beloofd heeft te betalen 20 £ vanaf het eerstvolgende feest van de Geboorte van Johannes de Doper na het verstrijken van 1 jaar, evenveel £ vanaf dat eerstvolgende feest na het verstrijken 2 jaar en evenveel £ en 150 rijnsgulden vanaf dat eerstvolgende feest na het verstrijken van 3 jaar.
Zegels: (afhangende) beide zwaar beschadigd.
Nummer: 0816

1484 augustus 17

Petrus Pels en Johannes de Vladeracken, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Margareta, dochter van Engbertus vanden Hezeacker, weduwe van Goeswinus de Beeck, met toestemming van Engbertus en Goeswinus vanden Hezeacker, daartoe gemachtigd door het testament van Goeswinus de Beeck, aan Johannes de Hedel, zoon van wijlen Willelmus, heeft overgedragen de helft van 12 morgen land op de plaats Die Hoeve tussen het erfgoed van Henricus Dicbier aan een zijde en het erfgoed van wijlen Gerardus Eelkens aan de andere zijde, namelijk die helft welke ligt naast het erfgoed van wijlen Gerardus, welke helft Katherina, weduwe van Wolterus Back de Broechoven, aan Aelbertus de Kessel en Katherina, dochter van Katherina en Wolterus, als bruidsschat gegeven had en welke helft Goeswinus de Beeck bij een erfdeling tussen hem en zijn medeërfgenamen door een gerechtelijke uitspraak gekregen had, behoudens echter dat Henricus Boyens, zoon van wijlen Henricus, krachtens dat zelfde testament een kinderlijk erfdeel gekregen had, namelijk 1/9 deel van die helft, welke helft bezwaard is met een erfcijns van 6 gouden peters en het onderhoud van de Zegedijcken, sluizen, sloten en waterleidingen die van rechtswege tot die helft horen.
Dorsaal:
  1. Dit syn die brief van Henrick inden Beer,
  2. Fiat vidimus de istis duabus literis et tradantur Henrico filio quondam Henrici Boyens ? qui prout ? Johannis de Hedel filio quondam Willelmi ? ut in forma ? Pynappel et Dachverlies XXVI aprilis sabbato post ?
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0817

1484 augustus 25

Henricus Heym en Petrus Pels, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Gerardus de Mulsen, zoon van wijlen Adrianus Peters soen, aan Henricus vanden Broeck, zoon van wijlen Johannes vanden Broeck, kramer, ten gunste van Henricus en Agnes, dochter van Adrianus, had overgedragen het derde deel en al de rechten die hij bezat in het huis en erf van Adrianus in de Kerkstraat achter de toren op de hoek tussen het Thoerenstraetken aan een zijde en het erfgoed van Mechteldis, weduwe van Thomas Landmeters, kleermaker, aan de andere zijde. Agnes is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft aan Franco de Langhel ten gunste van Henricus vanden Broeck overgedragen de helft die zij in dat huis en erf bezat.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0818

1484 september 20

Acta ... in domo habitacionis sue ... in vico de Postula

Notaris Theodericus Blerinct, priester van het bisdom Leodium, instrumenteert een extract uit het testament van Tielmannus Janssen de Engelen en van Beatrix, zijn wettige echtgenote, dochter van wijlen Henricus vanden Dael, anders genoemd Bloeys, burgers van de stad Den Bosch, waarin zij het volgende bepaald hebben:
  1. De kerkfabrieken van Luik en de Sint-Jan en de nieuwe Onze-Lieve-Vrouw in dezelfde kerk krijgen ieder 1 maal 1 stuiver na de dood van degene die het eerste sterft en die door de overlevende van hen beiden gegeven wordt.
  2. De erfcijns van 25 £ die Tielmannus en wijlen Aleydis, zijn wettige echtgenote, dochter van Thomas Moelengraefs, in hun testament aan de kerkfabriek van de Sint-Jan en de nieuwe Onze-Lieve-Vrouw vermaakt hadden, moet betaald worden uit alle huizen en onroerende goederen die die erflaters tijdens hun huwelijk verworven hadden.
Met als getuigen: Lambertus Mathijssen, Johannes die Coster en Adrianus, buurman.
Nummer: 1325

1484 september 29

Petrus Pels en Johannes Monix, zoon van Martinus, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Godefridus Vos, zoon van wijlen Godefridus Vos, aan Willelmus Pyckevet heeft overgedragen welke cijnzen, inkomsten en pachten dan ook met de achterstallige bedragen daaruit, die hij door de dood van Bartholomeus Vos, een oom van vader's zijde, en van wijlen Geertrudis, diens echtgenote, en door de dood van Willelmus en Bartholomeus, broers, kinderen van wijlen Godefridus Hacken, "de zeyssenmeker" en van Elisabeth, dochter van Bartholomeus en Geertrudis, en na de dood van welke andere kinderen dan ook van wijlen Godefridus Hacken en diens echtgenote, of een ander van hen, geërfd had.
Dorsaal: Dit syn die brieve van Goyart Vos te Lyeps.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0819

1484 oktober 21

Hubertus Monic en Petrus de Vladeracken, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Lambertus, zoon van wijlen Henricus vanden Acker, aan heer Ghyzelbertus, priester, zoon van wijlen Ghyselbertus Rycouts zoen, en aan Lambertus de Scyndel, zoon van wijlen Henricus, als voogden van Henricus en Johanna, minderjarige kinderen van wijlen Wolterus vanden Stappen, Henricx zoen, ten gunste van die kinderen verkocht heeft een erfcijns van 6 £, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden vanaf het eerstvolgende feest van Maria-Lichtmis na het verstrijken van 1 jaar uit:
  1. stuk land, Die Brake, 4 lopenzaat groot, in de parochie Scynle op de plaats Delschot tussen het erfgoed van Ida, dochter van wijlen Henricus vanden Acker aan een zijde en de gemene gronden aan de andere zijde en beide uiteinden,
  2. stuk land, 3 lopenzaat groot, Dat Hoefken, in die parochie op de plaats Aen Den Borne aan alle zijden tussen de gemene gronden,
  3. een akker, 5 lopenzaat groot, tussen de openbare weg aan een zijde en het erfgoed van Leonardus die Smyt en Ida vanden Acker aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van Ida tot aan het erfgoed van Leonardus.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1326

1484 november 3

Hubertus Monic en Willelmus de Ghent, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes Wytvenne, zoon van wijlen Johannes de Wytvenne, aan magister Willelmus de Busco, ten gunste van Henricus en Johanna, diens zus, kinderen van wijlen Wolterus vander Stappen, verkocht heeft een erfcijns van 10 £, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden op het eerstvolgende feest van Martinus in de winter na het verstrijken van 1 jaar uit:
  1. huis, erf, hof en aangrenzende erfgoederen, 12 lopenzaat groot, in de parochie Scijnle op de plaats Aenden Borne tussen het erfgoed van de Zusters van Orthen in Den Bosch en verscheidene anderen aan een zijde en het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Jacobus, Gerits soen, aan de andere zijde, zich met beide uiteinden uitstrekkend tot aan de gemene gronden,
  2. zekere kamp met zijn houtgewas, 3 bunder groot, tussen het erfgoed van Arnoldus Demaers aan een zijde en het erfgoed van Egidius, Claes soen, aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van de kinderen van Henricus Pouwels soen tot aan de gemene gronden.
Dorsaal:
  1. van X ponden tot Scyndel aan Jan Wytsen,
  2. Jan Vytsen X pont (s ? ) tot Scynle.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0820

1484 november 14

Goeswinus vanden Hezeacker en Theodericus die Borchgreve, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes, zoon van wijlen Rutgerus Jans soen, aan Katherina, natuurlijke dochter van wijlen Gerardus de Mulsel, weduwe van Jacobus Plevier, verkocht heeft een erfcijns van 5 £ uit:
  1. huis, erf, hof en aangrenzende erfgoederen, samen 7 lopenzaat groot, in de parochie Dynther op de plaats Rimmerswyck tussen de openbare weg aan een zijde en het erfgoed van Henricus Celen aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de gemene gronden tot aan het erfgoed van Henricus Stanssen,
  2. 2 stukken land aan weerszijden van een waterleiding tussen het erfgoed Den Mortel aan een zijde en het erfgoed van Nycolaus Claes soen aan de andere zijde, zich met beide einden uitstrekkend tot aan de gemene gronden,
  3. stuk land, 12 lopenzaat groot, tussen het erfgoed van Nycolaus vanden Eycken aan een zijde en het erfgoed Den Mortel aan de andere zijde en een einde, zich uitstrekkend met het andere einde tot aan de gemene gronden.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0821

1484 november 14

De inhoud van deze akte is identiek aan de voorgaande.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
N.B.: Het formaat van deze akte is breder en minder lang de voorgaande akte.
Nummer: 0822

1484 december 15

Goeswinus vanden Hezeacker en Theodericus die Borchgreve, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Henricus, zoon van wijlen Johannes Roevers soen, aan Katherina, weduwe van Jacobus Plevyers soen, verkocht heeft een erfcijns van 5 £, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden op het eerstvolgende feest van Maria-Lichtmis uit een bunder beemd van de verkoper in de parochie Scijnle op de plaats Baxhoeve tussen het erfgoed van de kinderen van wijlen Willelmus Everits soen aan een zijde en het erfgoed van de kinderen van wijlen Henricus vanden Hoevel aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van Johannes vanden Zijdewijnden tot aan het erfgoed van Johannes Arnts soen vanden Venne.
Dorsaal:
  1. Katherina Plevyers,
  2. 1484,
  3. Dit syn die brieven van Schijndel van V £ paements.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0823

1484 december 15

De inhoud van deze akte is indentiek aan de voorgaande.
Dorsaal:
  1. Katherina relicta Jacobi Plevier,
  2. 1484.
Zegels: beide licht beschadigd.
N.B.: Het formaat van deze akte is breder en minder lang dan dat van de vorige akte.
Nummer: 0824

1485 januari 30

dess sonnendaechs na Sunte Pauwels dach Conversio.

Aert Aert Eghenssoin soin en Waltgaiet Eghens soin, schepenen in Dryel, oorkonden dat Merten Heymericx soin aan Herman Mercelis Ravenssoin soin verkocht heeft voor 200 £ 14 hont en 14 roeden land in het gericht van Rossem in die overscharen tussen het erfgoed van Lodewich Goisswijns soin aan de oostzijde en andere erfgoederen aan de andere zijde, zich uitstrekkend met een einde tot aan de openbare weg en met het andere einde tot aan het erfgoed van Gherit Jacobs soin.
Zegels: beide licht beschadigd.
N.B.: Een akte van 1499 april 15 is getransfigeerd door deze akte.
Nummer: 1357

1485 januari 30

Wij, Aert Aert Eghenssen soin ende Waltgant Eghenssen, scepen in Dryel, tuygen, dat voir ons comen is Merten Heymericxsoin ende heefft vercofft ende opgedragen voir twehondert pont ghever penninghe, die hij ghiede, dat hem betaelt sijn, veertien hont ende veertien roeden lants, gelegen in den gericht van Rossem in die overscharen tusschen Lodewich Goiss-wijnssen aen deen zijde oestwaert ende die dair mit recht gelegen sijn, aen dander zijde streckende mitten enen eynde op die gemeyn straet, ende mitten anderen eynde op Gherit Jacopssen, Herman Mercelis Ravenssen soin, in enen eygendom, sonder dijck ende sonder thuys, erflijck the besitten. Ende Merten Heymericxsen voirscr. verteech op dit lant voirscr. Hij geloefde dair op doen the vertijen alle dieghene, die dair op myt recht vertijen sullen. Hij geloefde oick the waeren Herman Mercelissen voirscr. dit lant voirscr. jair ende dach als recht is tegen alle dieghene, die then recht comen willen, ende alle voirplicht aff the doen van denselven. Ende hieraff soe sijn Adriaen Jan ende Jan, soenen Mertens voirscr. wairborgen ongescheyden. In orconde onser letteren gegeven int jair ons Heren dusent vierhondert vijff ende tachtentich dess sonnendaechs nae Sunte-Pauwelsdach-Conversio.
Nummer: 1357

1485 februari 26

anno Domini millesimo quadringentesimo octuagesimo quarto

Goeswinus vanden Hezeacker en Hubertus Monic, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Paulus, wettige zoon van Godefridus Moens en Elizabeth, diens vrouw, natuurlijke dochter van wijlen Johannes Heer, zoon van Gerardus, aan Franco de Langhel ten gunste van Bertha vanden Doert, anders genoemd Kemerlinck, dochter van wijlen Henricus, overgedragen heeft een lijfrente van 6 rijnsgulden op zijn naam, welke Paulus van de stad Den Bosch gekocht had.
Dorsaal: (pellef. Maris ?)
Zegels: linkerzegel zwaar beschadigd, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0825

1485 april 8

Goeswinus vanden Hezeacker en Theodericus die Borchgreve, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes, zoon van wijlen Wolterus Peters soen, aan Michael, zoon van wijlen Petrus van Hall, verkocht heeft een erfcijns van 5 £ uit een stuk land, 3 lopenzaat groot, in de parochie Scynle op de plaats Het Lutteleynde tussen het erfgoed van Johannes Arntz soen van der Hagen aan een zijde en het erfgoed van Johannes, zoon van Willelmus vander Hautart, aan de andere zijde en een einde en met het andere einde tot aan de openbare weg.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0826

1485 april 23

  1. Johannes de Hoerne, Dei et Apostolice Sedis gracia electus confirmatus Leodiensis, dilectis in Christo magistris
  2. et mamburnis fabrice seu luminaris ecclesie collegiate et parochialis Sancti-Johannis-Evangeliste opidi de
  3. Buscoducis nostre Leodiensis dyocesis ac prepositis et rectoribus singulisque confratribus confraternitatis clericorum
  4. Beate-Marie-Virginis eiusdem opidi salutem in Domino sempiternam. Ut edificia antiqua pretacte ecclesie Sancti-
  5. Johannis ac chori Gloriose-Beateque-Marie-Virginis, maiori choro sepetacte ecclesie annexi, que vetustate redacta
  6. existunt,in parte vel in toto, prout opus erit, ampliari, dirui et de novo reformari per artifices aptos
  7. et ydoneos, reformataque per suffraganeum nostrum prout expediet benedici et consecrari, ac altaria inibi
  8. sita a locis in quibus nunc existunt ad alia loca convenientiora transferri atque corpora christifidelium inibi
  9. sepultorum exhumari et aliis in locis cymiterii pretacte ecclesie consecratis transduci et inhumari, insuper
  10. ut vos, magistri fabrice pretacte, sepedictam ecclesiam dirui, reformari, ampliari et augmentari, ac turrim
  11. novam in longitudine, latitudine et altitudine decentibus construi et edificari facere possitis et valeatis,
  12. vois ipsisque artificibus necnon suffraganeo nostro predictis harum serie indulgemus licentiamque concedimus
  13. et facultatem, proviso tamen, quod id quod dirutum et fractum erit quantocius ad reformationem congruam
  14. reducatur. In cuius rei testimonium sigillum nostrum ad causas presentibus duximus appendendum. Datum
  15. anno a Nativitate Domini millesimo quadringentesimo octuagesimo quinto mensis Aprilis die
  16. vicesima tercia.
Nummer: 1327

1485 mei 10

Henricus Monix en Theodericus die Borchgreve, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Arnoldus, natuurlijke zoon van wijlen Nycolaus de Zuylen, schoenmaker, als weduwnaar van Belya, dochter van wijlen Hermannus Goessens soen, aan Hermannus en Servacius, broers, kinderen van Nicolaus, zoon van wijlen Arnoldus Smolners soen, had overgedragen zijn vruchtgebruik in de helft van een huis en erf, die vroeger van Lambertus, zoon van Rodolphus de Teeffelen, waren aan het einde van de Orthenstraat naast de Sint-Petrus- en Pauluskapel aan een zijde en het erfgoed van Johannes de Tuyl, perkamentmaker, aan de andere zijde, namelijk die helft welke Hermannus en Servacius door de dood van Belya, hun tante van moeder's zijde geërfd hadden en door de dood van Arnoldus krachtens erfrecht uitbetaald moet worden, welk huis en erf Arnoldus van Petrus de Stapelen en Petrus Broeckenmeker, als dekens van de Sint-Petrus- en Paulusbroederschap en meesters van de fabriek van die gelijknamige kapel, verkregen had.
Dorsaal: Willelmus Pyckevet.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0827

1485 mei 10

Henricus Monix en Theodericus die Borchgreve, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Arnoldus, natuurlijke zoon van wijlen Nycolaus de Zuylen, schoenmaker, als weduwnaar van Belya, dochter van wijlen Hermannus Goessens soen, aan Hermannus en Servacius, broers, kinderen van Nicolaus, zoon van wijlen Arnoldus Smolners soen, had overgedragen het vruchtgebruik dat hem toekwam in de helft van een huis en erf, die vroeger van Lambertus, zoon van Rodolphus de Teeffelen waren, aan het einde van de Orthenstraat naast de Sint-Petrus- en Pauluskapel aan een zijde en het erfgoed van Johannes de Tuyl, perkamentmaker, aan de andere zijde, namelijk die helft welke Hermannus en Servacius door de dood van Belya, hun tante van moeder's zijde, geërfd hadden en door de dood van Arnoldus, krachtens erfrecht bovendien moet uitbetaald worden. Arnoldus aan een kant en Hermannus en Servacius aan de andere kant, de laatsten in aanwezigheid en met toestemming van hun vader, zijn nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en hebben aan Theodericus, zoon van wijlen Theodericus Hubrechs soen, "den nastelmeker" dit hele huis en erf overgedragen.
Dorsaal: Willelmus Pyckevet.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0828

1485 mei 27

vrijdaechs naeden Pinxtdach

Dirck de Ghier en Ghysbert Hack, schepenen in Driell, oorkonden dat Dirck van Goch, priester en vader van het klooster van de Derde Orde van Franciscus op Onser Liever Vrouwen Berch bij Batenborch, namens dat klooster aan Jan vander Steghen Gerits soen verkocht heeft de goederen die in de akte waardoor deze akte getransfigeerd is, genoemd zijn voor 100 goudgulden.
Zegels: beide licht beschadigd.
N.B.: Deze akte is getransfigeerd door akten van 1466 maart 1, 1482 december 6.
Nummer: 1328

1485 mei 27

des vrijdaechs naeden Pinxtdach

Dirck de Ghier en Ghysbert Hack, schepenen in Driell, oorkonden dat Dirck van Goch, priester en vader van het klooster van de Derde Orde van Franciscus op Onser Liever Vrouwen Berch bij Batenborch aan Jan vander Steghen, Gerits soen, verkocht heeft de goederen die in de akte enoemd zijn waardoor deze akte getransfigeerd is, genoemd zijn voor 100 goudgulden.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel fragment.
N.B.: Deze akte is getransfigeerd door akten van 1459 oktober 7, 1466 december 28, 1482 december 6.
Nummer: 1329

1485 juli 29

Acta ... in domo habitacionis mei ... in vico Piperum

Notaris Johannes Amelrici de Buscoducis, clericus van het bisdom Leodium, instrumenteert een extract uit het testament van Henricus die Wijse, bontwerker, en Alveradis, zijn wettige echtgenote, dochter van wijlen Hermannus vanden Broeck, burgers van Den Bosch, waarin Henricus met toestemming van Alveradis aan de kerkfabriek van de Sint-Jan gelegateerd heeft een erfpacht van 1 mud rogge uit een huis, erf, hof en stuk aangrenzend land, 3 lopenzaat groot, in de parochie Erp op de plaats Hoevelsberch tussen het erfgoed van Theodericus, zoon van wijlen Johannes, Dirx soen, aan een zijde en de gemene gronden aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van de kinderen van wijlen Arnoldus Sleeuwen tot aan de gemene gronden, welke pacht Henricus van Arnoldus die Melter, zoon van wijlen Theodericus die Melter, gekocht had, welke erfpacht de kerkfabriek na de dood van Henricus en Alveradis in bezit zal krijgen. Met als getuigen: Johannes de Ponte de Heyst, priester in de Sint-Jan, die een eeuwig beneficie heeft, en Johannes de Lieshout, bontwerker, zoon van wijlen Theodericus.
N.B.: Deze akte is opgenomen in een akte van dezelfde notaris, gedateerd op 1491 juli 4.
Nummer: 1330

1485 augustus 17

Henricus Monix en Goeswinus vanden Hezeacker, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Theodericus, zoon van wijlen Theodericus Hubrechs soen, "die nastelmeker", aan Willelmus Pyckevet heeft overgedragen het huis en erf dat vroeger van Lambertus, zoon van Rodolphus de Teeffelen, was op het einde van de Orthenstraat tussen de Sint-Petrus- en Pauluskapel aan een zijde en het erfgoed van Johannes de Tuyl, perkamentmaker, aan de andere zijde, welk huis en erf Theodericus van Arnoldus, natuurlijke zoon van wijlen Nicolaus de Zuylen, schoenmaker, en Hermannus en Servacius, broers, kinderen van Nicolaus, zoon van wijlen Arnoldus, Smolvers soen, verkregen had.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0829

1485 september 30

Henricus Monix en Petrus de Vladeracken, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Cristianus, zoon van wijlen Theodericus vanden Doeren, aan Katherina, dochter van wijlen Willelmus Barbyers de Helmont, gegeven heeft een kamer met zijn grond, hof, rechten en afhankelijke goederen, die vroeger van Johannes vanden Hoevel waren, later van Nycolaus, diens zoon, nu van Cristianus, in de Arnt Berwoutsstraet tussen het erfgoed van Johannes, Peters soen, aan een zijde en het erfgoed van een zekere Cornelia, Jans dochter, Int Haer aan de andere zijde, zich achterwaarts uitstrekkend vanaf de openbare weg tot aan de stadsmuur tegen betaling van:
  1. een cijns van 1 £ aan Hubertus de Straten,
  2. een grondcijns van 1 Vleemss,
die daar eerder uit betaald moesten worden,
  1. een eerfcijns van 3 peters aan Cristianus, waarvan de eerste betalingstermijn zal zijn op het feest van de Zalige Remigius vanaf dat eerstvolgende feest na het verstrijken van 1 jaar.
Dorsaal: camera in die Berwoutzstraet fabrice et Sancte Barbare.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0830

1485 september 30

Henricus Monix en Petrus de Vladeracken, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Katherina, dochter van wijlen Willelmus Barbyers de Helmont, aan Cristianus, zoon van wijlen Theodericus vanden Doeren, vandaag beloofd had te betalen een erfcijns van 3 gouden peters uit een kamer met zijn grond, hof, rechten en afhankelijke goederen, die vroeger van Johannes vanden Hoevel waren, later van Nicolaus, diens zoon, weer later van Cristianus, nu van Katherina, in de Arnt Berwoutsstraet, welke erfgoederen Katherina voor die cijns en voor enkele andere niet gespecificeerde lasten van Cristianus verkregen had. Cristianus is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft verklaard dat Katherina deze cijns de eerstvolgende 3 jaar kan terugkopen voor een bedrag ineens van 36 peters en de cijns van het jaar van terugkoop en de achterstallige bedragen van die cijns.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0831

1485 december 14

Rutgerus de Erpe en Theodericus de Hynden, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Theodericus, zoon van wijlen Wantgerus vanden Bredelaer, aan Henricus, zoon van wijlen Theodericus, Arts soen, overgedragen heeft 35 peters en 5 £ die Martinus de Wilde, zoon van wijlen Henricus die Mutzemeker, hem verschuldigd was.
In marge: Teneo dat deze brieve al zyn betaelt et pauci valoris. (Van Uden ?)
Zegels: (afhangende) beide licht beschadigd.
Nummer: 0832

1486 januari 30

anno Domini millesimo quadringentesimo octuagesimo quinto

Rutgerus de Erpe en Theodericus de Hijnden, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Hillegondis, weduwe van Paulus, zoon van wijlen Johannes, Pauwels soen, aan magister Willelmus de Busco ten gunste van Aelbertus Ketheleer, zoon van wijlen Hermannus, overgedragen heeft een erfcijns van 5 £ uit een huis en erf in de Vuchterstraat tussen het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Henricus de Boert aan een zijde en het erfgoed van Stephanus de Beerze aan de andere zijde, welke cijns Hillegondis van Margareta, weduwe van Theodericus, zoon van wijlen Petrus Polslouwers, verkregen had.
Zegels: linkerzegel zwaar beschadigd, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0833

1486 februari 20

anno Domini millesimo quadringentesimo octuagesimo quinto

Rutgerus de Erpe en Theodericus de Hynden, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Rodolphus, zoon van wijlen Johannes Toelinck, aan Mechteldis, zijn zus, dochter van Johannes, heeft overgedragen een erfpacht van 2 zester rogge, welke Hillegondis, weduwe van Johannes vanden Collick, hem verschuldigd was uit een stuk land, 1 zester groot, dat van Johannes Toelinck was, later van Rodolphus, in de parochie Roesmalen op de plaats Den Cattenbosch op de plaats Den Veldacker tussen het erfgoed van Hermannus de Bronchorst en verscheidene (niet gespecificeerde) anderen aan een zijde en het erfgoed van Hillegondis Zeben en haar medeërfgenamen aan de andere zijde.
Dorsaal:
  1. 159 (?)hadigd,
  2. numero 74. (Vander Weeghe ?)
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0834

1486 maart 15

anno Domini millesimo quadringentesimo octuagesimo quinto

Henricus die Leeuwe en Rutgerus de Erpe, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Nycolaus de Luyssel, zoon van wijlen Henricus, en Arnoldus, zoon van wijlen Johannes Smeeds de Lyeshout, pasteibakker, verklaard hebben dat zij de volgende regelingen en overeenkomsten hebben getroffen over hun erfgoederen en gebouwen, die op die erfgoederen zijn gebouwd, naast elkaar gelegen bij de Markt:
  1. Zij hebben verklaard dat de scheidingsmuur achter hun voorhuizen tussen hun tuinen, zich uitstrekkend van de achterkant van hun huizen tot de daar gelegen put staat op op hun beider erfgoederen en dat deze muur gemeenschappelijk eigendom zal zijn, onder dit voorbehoud dat geen van beiden zal mogen bouwen op of tegen die muur en met deze nadere bepaling dat Arnoldus deze muur zal onderhouden.
  2. Zij hebben bovendien verklaard dat de andere scheidingsmuur tussen hun achterhuizen ook staat op de erfgoederen van hen beiden en dat ook deze muur gemeenschappelijk eigendom zal zijn, wat betreft de gebouwen die in die muur zijn gebouwd en nog gebouwd kunnen worden, met dit voorbehoud dat indien een van hen bij bouw- of herstelwerkzaamheden in die muur iets zou breken, dat alsdan de bouwer dit op zijn kosten moet herstellen.
  3. Zij zijn overeengekomen dat hun erfgoederen blijvend van elkaar gescheiden zullen blijven door een lijn of draad te spannen vanaf het midden vanaf de tussen de genoemde achterhuizen gelegen scheidingsmuur tot de scheiding, genoemd Het Gescheet, van de genoemde voorhuizen, zoals die erven momenteel door omheiningen en voorzieningen van elkaar gescheiden en afgepaald zijn.
Nummer: 0835

1486 december 12

Gerardus Kuyst en Henricus de Uden, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Elizabeth, weduwe van Serisius, Jans soen, vanden Laer, brouwer, aan Henricus, Johannes en Gerardus, broers, en aan Aleidis, hun zus, kinderen van wijlen Theodericus die Lyeshout, zoon van wijlen Theodericus de Otterdyck, beloofd heeft te betalen 49 peters op het eerstvolgende feest van de Geboorte van Johannes de Doper. In marge: Soluta est ista littera (quia ?) Elizabeth relicta ?
Dorsaal: 2 £ pro fabrica.
Zegels: (afhangende) beide licht beschadigd.
Nummer: 0836

1486 december 22

Henrick van Rut, Jan Ghenen, Daem die Lu, Henrick van Luyttelaer, Jorijs Jan, Wouters soen, Gijlis vanden Voer en Aert vanden Hovel, schepenen in Aerle, oorkonden dat Peter en Henrick, wettige zonen van Jan van Jeckendonck, en Claes Henrick Claes, Henrick Claes Roefs soen, als wettige man van Aleit, dochter van Jan, een wettelijke deling gemaakt hebben van alle roerende en onroerende die zij na de dood van Jan van Jeckendonck, hun vader, en Luytgard, hun moeder, geërfd hadden, waarbij Henrick, als man van Aleyt, geërfd heeft:
  1. een huis, schuur, hof en hofstad met al zijn afhankelijke goederen in de parochie Aerle op de plaats Aen Die Caumase met een zijde en een einde aan het erfgoed van Jan van Eerp en met de andere zijde en het andere einde aan het erfgoed van Yaen Schormans en de openbare weg,
  2. een stuk land op de plaats In Den Laer met een zijde aan het erfgoed van Rolof die Bever en de andere zijde het erfgoed van Jan Terlynx, zich uitstrekkend van het erfgoed van Jan Lemmens tot aan de openbare weg.
Zegel: licht beschadigd.
Nummer: 1331

1486 december 23

Willelmus de Buchoven en Henricus de Uden, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes de Arkel aan Johannes de Andel heeft overgedragen de helft die hij bezat in een erfpacht van 3 mud rogge en alle achterstallige bedragen van die erfpacht, die deel uitmaakt van een erfpacht van 4½ mud rogge, welke pacht Johannes vanden Polbroeck en Arnoldus vanden Polbroeck, broers, Everardus Hermans soen, de Gestel en Willelmus, zoon van wijlen Godefridus Buck de Maerheze, verschuldigd waren aan Franco, zoon van wijlen Henricus Croke, uit goederen die waren van wijlen Franco Herinck in de Sint-Lambertusparochie in Blaerthem op de plaats Gestel en alle afhankelijkheden van die goederen en uit de cijnzen die uit die goederen betaald moesten worden, welke pacht van 3 mud rogge aan de kinderen van wijlen Hermannus, Pauwels soen, door Hermannus en wijlen Agnes, diens vrouw, dochter van wijlen Petrus Goutsmyt, voor een helft en aan Johannes de Arkel, zoon van wijlen Petrus, voor de andere helft afgestaan werden.
Dorsaal: Van 1½ mud roggen tot Gestel by Eyndoven vercregen tegen Janne van Arkel.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 0837

1486 december 29

Johannes Back, ridder, en Willelmus de Busco, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes, zoon van wijlen Johannes de Heyst, aan Herbertus, zoon van Godefridus Habben, goudsmid, overgedragen heeft een erfpacht van 5 vatzaten rogge, Nistelrodese maat, uit:
  1. huis en hof in de parochie Nystelre op de plaats Die Hegge tussen het erfgoed van Hilla, vrouw van Johannes Gielis, aan een zijde en de openbare weg aan de andere zijde,
  2. stuk land op de plaats Die Oude Raeste tussen het erfgoed van Nycolaus, Dirx soen, de Tyel aan een zijde en het erfgoed van Arnoldus Gherits aan de andere zijde,
welke pacht Henricus, zoon van Henricus de Bruessel, aan Johannes van Cuylenborch verschuldigd was.
Dorsaal: Mariken Herberts.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 0838

1486 december 30

Willelmus de Busco en Gerardus Kuyst, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Wolterus van Baecx, als wettige echtgenoot van Vrouwe Cornelia, dochter van wijlen Nycolaus de Buchoven, en met hem Willelmus de Buchoven, zoon van Nicolaus, beloofd hebben dat zij aan Cornelius, zoon van wijlen Johannes Terlinck, en aan Adrianus, zoon van wijlen Roeloefs soen, beloofd hadden dat zij de 140 rijnsgulden zouden betalen welke Wolterus aan Johannes Baecx, zijn broer, voor schepenen van Buchoven beloofd had te betalen in de tijd tussen nu en het eerstvolgende feest van Pasen zodat Cornelius en Adrianus op hun kamp in de heerlijkheid Buchoven, die aan hen door Wolterus verkocht was en op hun overige goederen geen schade zouden ondervinden. Wolterus is nu voor voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft beloofd dat dezelfde Willelmus en diens goederen van deze belofte geen enkele schade zal ondervinden.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 0839

1487 februari 13

anno Domini millesimo quadringentesimo octuagesimo sexto

Willelmus de Buchoven en Henricus de Uden, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Willelmus Monix, aan Petrus (Colen ?) overgedragen heeft een erfcijns van 6 goudgulden uit:
  1. een hoeve in de parochie Os op de plaats Osser Scadewijck
  2. helft van de Paymanshoeve in de parochie Goerle,
  3. elk deel en alle rechten die Marcelius de Uden door de dood van Johannes vanden Dussen in de andere helft van de tweede helft toebehoorde,
  4. alle akkers, beemden, weiden en overige afhankelijke goederen van deze 2 hoeven,
welke cijns Willelmus van Narcelius verkregen had.
Dorsaal:
  1. Van VI golden gulden uutter hoeven tot Goerle aen Goessen van Brecht,
  2. Jacob (Eymkers ?),
  3. 107 verso,
  4. Numero 27,
  5. folio 91 verso.
Zegels: beide licht beschadigd.
N.B.: Deze akte is beschadigd en een gedeelte van de tekst ontbreekt.
Nummer: 0840

1487 mei 6

Willelmus de Buchoven en Henricus de Uden, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat frater Cornelius de Rycke, prior van het Sint-Paulusklooster, genaamd "Ten Roden Cloester" van de reguliere kanunniken van Sint-Augustinus in het Zoniënwoud bij Brussel, daartoe gemachtigd door dit klooster, aan Andreas de Arkel, Gerits soen, overgedragen heeft een erfcijns van 10 schelling uit het huis, erf en hof van Rutgerus de Hees, zoon van wijlen Johannes de Hees, in de Hynthamerstraat tussen het erfgoed van Petrus Nagel de Eyndoven en een zeker tussenliggend straatje aan een zijde en het erfgoed van Henricus Bloyman en een zeker ander tussenliggend straatje aan de andere zijde, welke cijns Vreza, dochter van wijlen Lambertus Witmeri, van Rutgerus de Hees gekocht had en die zij in haar testament aan dit klooster vermaakt had.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0841

1487 mei 6

Willelmus de Buchoven en Henricus de Uden, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat frater Cornelius de Rycke, prior van het Sint-Paulusklooster, genaamd "Ten Roden Cloester" van de reguliere kanunniken van Sint-Augustinus in het Zoniënwoud bij Brussel, daartoe gemachtigd door dit klooster, aan Andreas de Arkel, Gerits soen, overgedragen heeft een erfcijns van 4 £ uit het huis en erf met een zekere kamer die daaraan grenst van Adrianus, zoon van wijlen Petrus, Willems soen, in de Kerkstraat op de hoek tussen het erfgoed van Thomas die Lantmeter aan een zijde en de Torenstraet aan de andere zijde, welke cijns frater Johannes de Hees, convers van dit klooster, zoon van wijlen Johannes de Hees, van Adrianus, zoon van wijlen Petrus, Willems soen, gekocht had.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0842

1487 juli 3

Willelmus de Busco en Henricus de Uden, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Gerardus, zoon van wijlen Petrus Kyevit, zoon van wijlen Johannes, en Engela, zijn zus, dochter van Petrus, aan Petrus en Agnes, kinderen van wijlen Petrus Kyevit, overgedragen hebben 2/5 deel van een erfpacht van 1½ mud rogge uit een huis, erf, hof en aangrenzende erfgoederen in de parochie Nystelre op de plaats Dorsselaere tussen de gemene gronden en het het erfgoed van Wennemarus Witmeri aan een zijde en de gemene gronden aan de andere zijde, hier echter van uitgezonderd een zekere buurtweg die over die goederen loopt, welk huis, erf, hof en erfgoederen Wennemarus van Petrus Kyevit voor die pacht en verscheidene andere (niet gespecificeerde) lasten verkregen had en welke pacht Margareta, wettige dochter van wijlen Petrus Kyevit, begijn van het Groot Begijnhof in Den Bosch, in haar testament aan Gerardus en Petrus Kyevit, haar wettige broers, aan Engela, haar zus, en aan Maria, wettige dochter van Agnes, haar zus, aan Johannes, wettige zoon van wijlen Richmoedis, haar wettige zus, nagelaten had op voorwaarde dat het deel of de portie van Gerardus na zijn dood aan zijn wettige kinderen vererft en het deel van Engela na haar dood aan haar wettige kinderen, die dan in leven zullen zijn, vererft en dat de pacht die Jacobus de Hall nu uit de voornoemde goederen gehouden is te betalen voor 1/5 overgedragen wordt aan Petrus en Agnes, kinderen van Agnes, ten gunste van hen en ten gunste van Herbertus en Godefridus, hun broers, kinderen van Gerardus, en het overige 1/5 deel aan Petrus, zoon van Engela.
Dorsaal:
  1. Herbertus Goyarts soen aurifaber,
  2. Van 1½ mudde roggen die nu ter tyt ghilt Jacob van Hul goutsmyt,
  3. Nistelroey 1 malder roggen 157 verso,
  4. folio 14 verso,
  5. Numero 71.
Zegels: linkerzegel zwaar beschadigd, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0843

1487 juli 3

Willelmus de Busco en Henricus de Uden, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Gerardus, zoon van wijlen Petrus Kyevit, zoon van wijlen Johannes, en Engela, diens zus, dochter van Petrus Kyevit, aan Petrus en Agnes, kinderen van Gerardus Kyevit, broer van Petrus en Engela, ten gunste van hen en van Herbertus en Godefridus, hun broers, kinderen van Gerardus, en aan Petrus, zoon van Engela, ieder 1/5 deel gegeven hebben uit 2/5 deel van een erfcijns van 5 £ uit een hofstad, hof en aangrenzende erfgoederen in de parochie Groetlyt tussen het erfgoed van Jutta, weduwe van Petrus de Heze, en haar kinderen aan een zijde en het erfgoed van Marcelius, zoon van wijlen Arnoldus, Peters soen, aan de andere zijde, welke cijns wijlen Margareta, dochter van wijlen Petrus Kyevit, van Johannes de Beerze, zoon van Henricus, gekocht had en welke cijns Margareta in haar testament aan Gerardus en Petrus Kyevit, haar broers, aan Angela, haar zus, en aan Maria, wettige dochter van wijlen Rychmoedis, haar zus, nagelaten had op voorwaarde dat het deel van Gerardus na diens dood aan zijn wettige kinderen zou vererven en het deel van Engela na haar dood aan haar wettige kinderen die dan in leven zullen zijn.
Dorsaal:
  1. Herbertus Goyaert zoen aurifaber,
  2. Dit is den brieff vanden vijff ponden tot Lytt (die ?) nu ghilt Jan van Berze.
Zegels: beide licht beschadigd.
N.B.: De akte is beschadigd en een gedeelte van de tekst ontbreekt.
Nummer: 0844

1487 juli 3

Willelmus de Busco en Henricus de Uden, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Gerardus en Petrus, broers, en Engela, hun zus, kinderen van wijlen Petrus Kyevit, en met hen Petrus en Agnes, kinderen van Gerardus, in hun naam en die van Herbertus en Godefridus, hun broers, kinderen van Gerardus, en Petrus, zoon van Engela, en Johannes de Heyst, zoon van wijlen Richmoedis, zus van wijlen Margareta, dochter van wijlen Petrus Kyevit, aan Herbertus, zoon van Godefridus Habben, hebben verkocht een stuk land in de parochie Nystelre, welk stuk op dit moment een zekere Johannes Ruelens bewerkt en dat aan Margareta toebehoord had, die het van haar vader, Petrus Kyevit, geërfd had.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0845

1487 juli 3

Willelmus de Busco en Henricus de Uden, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Gerardus, zoon van wijlen Petrus Kyevit, zoon van wijlen Johannes, en Engela, diens zus, dochter van Petrus, aan Petrus en Agnes, kinderen van Gerardus, ten gunste van hen en van Herbertus en Godefridus, hun broers, kinderen van dezelfde Gerardus, en aan Petrus, zoon van Engela, 1/5 deel overgedragen hebben in 2/5 deel van een erfcijns van 5 £ uit een hofstad, hof en aangrenzende erfgoederen in de parochie GroetLytt tussen het erfgoed van Jutta, weduwe van Petrus de Heze, en haar kinderen aan een zijde en het erfgoed van Marcelius, zoon van wijlen Arnoldus, Peters soen, aan de andere zijde. Petrus en Agnes, in naam van zichzelf en van Herbertus en Godefridus, hun broers, en Petrus, zoon van wijlen Petrus Kyevit, en Johannes de Heyst, zoon van wijlen Rychmoedis, zus van wijlen Margareta, dochter van wijlen Petrus Kyevit, zijn nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en hebben aan Herbertus, zoon van Godefridus Habben, goudsmid, als wettige echtgenoot van Maria, dochter van wijlen Agnes, zoon van wijlen Margareta Kyevit, overgedragen die genoemde 2/5 deel en de andere 2/5 deel die aan Petrus, zoon van wijlen Petrus Kyevit, toebehoorden.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel onbeschadigd.
Nummer: 0846

1487 juli 3

Willelmus de Busco en Henricus de Uden, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Gerardus, zoon van wijlen Petrus Kyevit, zoon van wijlen Johannes, en Engela, zijn zus, dochter van Petrus, aan Petrus en Agnes, kinderen van Gerardus, ten gunste van hen en van Herbertus en Godefridus, hun broers, kinderen van Gerardus, en aan Petrus, zoon van Engela, hadden overgedragen alle rechten die zij bezaten in 2/5 deel van een erfpacht van 1½ mud rogge uit een huis, erf, hof en aangrenzende erfgoederen in de parochie Nystelre op de plaats Dorsselaere tussen de gemene gronden en het erfgoed van Wennemarus Witmeri aan een zijde en de gemene gronden aan de andere zijde, hiervan echter uitgezonderd een zekere buurtweg die over die erfgoederen loopt, welke pacht Wennemarus Witmeri aan Petrus Kyevit verschuldigd was en dat Petrus en Agnes, kinderen van Gerardus, hadden de helft van die 2/5 deel verkregen en Petrus, zoon van Engela, de andere helft. Petrus en Agnes, Petrus, zoon van Engela, Petrus, zoon van wijlen Petrus Kyevit, en Johannes de Heyst, zoon van Richmoedis, dochter van wijlen Petrus Kyevit, hebben namens hen en namens Herbertus en Godefridus, broers van Petrus en Agnes, aan Herbertus, zoon van Godefridus Habben, goudsmid, echtgenoot van Maria, dochter van wijlen Agnes, zus van Margareta Kyevit, overgedragen de genoemde 2/5 deel en de andere 2/5 deel die aan Petrus, zoon van wijlen Petrus Kyevit, en aan Johannes de Heyst in de voornoemde pacht toebehoorde.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 1332

1487 juli 9

Willelmus de Busco en Henricus de Uden, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Coenrardus vanden Venne, zoon van wijlen Coenrardus, aan Symon Folkaerts de Amsterdammis ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan heeft overgedragen een erfpacht van 2 zester rogge met de achterstallige bedragen van 3 jaar daaruit, uit het huis, erf en hofstad in de stad Meghen in de straat die loopt naar de Maas tussen het erfgoed van Arnoldus Hoyckman aan een zijde en het erfgoed van Arnoldus Robben aan de andere zijde, welke pacht Coenrardus van Udoneus, zoon van wijlen Johannes Kempen, gekocht had.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0847

1487 juli 15

des sonnendaechs nae sunte Margrietendach joncfrouwe

Johan van Rossem en Steven Goisswijn, Sanders soin, schepenen in Dryel, oorkonden dat Jan, Heynricx soin, priester en kanunnik van de kerk te Rossem, en Eghen die Bie, als kerkmeester van die kerk, namens die kerk aan Dirck van Hoevell, priester en kanunnik van die kerk, verkocht hebben voor 40 goudgulden de goederen die genoemd zijn in de akte waardoor deze akte getransfigeerd is.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel licht beschadigd.
N.B: Deze akte is vormt een transfix met akten van 1468 april 19, 1485 mei 26 en 1516 juli 12.
Deze akte is beschadigd en een gedeelte van de tekst ontbreekt. De tekst kon gerconstrueerd worden met behulp van de hierna beschreven akte.
Nummer: 1406; 1407

1487 juli 15

dess sonnendaechs nae sunte Margrietendach Joncfrouwe

Johan van Rossem en Steven Goisswim, Sanders soin, schepenen in Dryel, oorkonden dat Jan, Heynricx soin, priester en kanunnik van de kerk van Rossem aan heer Dirck van Hoevel, priester en kanunnik van die kerk, verkocht heeft voor 40 goudgulden 4 hont land in het gericht Rossem Op Sie Sevengheerden tussen het erfgoed van het kapittel van Rossem aan een zijde en het erfgoed van Baken, Lodewichs soen, aan de andere zijde, zich met beide einden uitstrekkend tot aan het gemeenschappelijke pad.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel onbeschadigd.
N.B.: Door deze akte is getransfigeerd een akte van Willem van Driell, Lamberts soen, en Egen Dirck, Ghysberts soen, schepenen in Driel, gedateerd op 1516 juli 12.
Nummer: 1407

1487 augustus 11

Willelmus de Buchoven en Henricus de Uden, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes, zoon van wijlen Daniel die Jonge, en Bertha, weduwe van Arnoldus Arnts soen, bakker, aan Elizabet, dochter van wijlen Tyelmannus vanden Eynde, ten gunste van haar en van Hubertus en Henricus, broers, kinderen van wijlen Reynerus Loden, natuurlijke zoon van Elizabet, beloofd hebben te betalen aan Elizabet en na haar dood aan Hubertus en Henricus een erfpacht van 1 mud rogge, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden op het eerstvolgende feest van Allerheiligen uit een zekere hoeve, die vroeger van Johannes de Lytt, timmerman, en van Mechteldis, diens vrouw, was, nu echter van Daniel en Bertha, in de parochie Roesmalen op de plaats Heze, namelijk uit het huis, erf, voorraadschuur, hof en erfgoederen, zowel akkers als weiden, die eraan grenzen.
Dorsaal: Dit mud roggen is gequeten deen helft aen Daniel van Vlierden ende dander helft aan Henrick Loeyen ende gaet uuten hoefken wilen Jan Daniels tot Roesmalen gelegen dwelck Roelof seysemeker gecoft heeft Wouteren inde Hinthamerstraet tegen Sint Jacobsstraet uver.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0848

1487 augustus 11

Willelmus de Buchoven en Henricus de Uden, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes, zoon van wijlen Daniel die Jonge en van Bertha, weduwe van Arnoldus Arnts soen, bakker, aan Elizabet, dochter van wijlen Tyelmannus vanden Eynde, ten gunste van haar en van Hubertus en Henricus, broers, kinderen van wijlen Reynerus Loden, natuurlijke zoon van Elizabet, beloofd hebben te betalen aan Elizabet en na haar dood aan Hubertus en Henricus, een erfpacht van 1 mud rogge, uit een zekere hoeve die vroeger van Johannes de Lytt, timmerman, en van Mechteldis, diens vrouw, was, nu echter van Johannes en Bertha, in de parochie Roesmalen op de plaats Heze, namelijk uit het huis, erf, voorraadschuur en erfgoederen die eraan grenzen, zowel akkers als weiden. Elizabeth is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft aan Johannes, Daniels soen, en aan Bertha beloofd dat zij deze cijns altijd kunnen terugkopen voor 40 gouden penningen, gewoonlijk peters genoemd, en voor de pacht van van het jaar van terugkoop en de achterstallige bedragen uit die pacht.
Dorsaal: Losbrief van 1 mud rogs et traditur fabrice.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0849

1487 november 28

Gerardus de Eyck en Johannes Dachverlies, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Jacobus, zoon van wijlen Theodericus, zoon van wijlen Johannes Basyn, aan Johannes, zoon van Godescalcus Ghysberts soen, heeft overgedragen een huis, erf en een gedeelte van een zekere hof, die vroeger van Amelius Yab was, aan het einde van de Orthenstraat tussen de Sint-Petrus- en Pauluskapel aan een zijde en het erfgoed van Martinus de de Ampstel aan de andere zijde, welk huis, erf en gedeelte van die hof Theodericus, zoon van wijlen Johannes Basyn, van Petrus de Stapelen, Johannes vander Zydewynden en Theodericus Huberts soen, dekens, Godefridus de Stakenborch, Henricus Zegers soen, Johannes de Tuyl, Reymboldus de Os, Tielmannus vanden Perre en Franco de Broechoven, leden van het gilde van de Sint-Petrus- en Pauluskapel, in cijns verkregen had. Op dit huis, erf en gedeelte van de hof rusten verplichtingen die in de mede overgedragen akten gespecificeerd zijn.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 0850

1487 december 22

Gerardus Eyck en Johannes Pynappel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Rodolphus, zoon van wijlen Rodolphus, Roelofs soen, aan magister Arnoldus de Weylhusen ten gunste van de Maria- Mathias- Heilig Kruis en de ? -altaren in de Sint-Jacobskapel heeft overgedragen 20 peters en 10 stuvers, die Johannes, zoon van wijlen Petrus de Berlykem en Petrus, diens zoon, hem verschuldigd waren.
Zegels: (afhangende) beide zwaar beschadigd.
N.B.: Een gedeelte van de tekst is ook met speciale lamp onleesbaar.
Nummer: 1138

1487 december 24

Scepenen, geswoeren raidslude, de dekene van de ambachten, een deel der goeder knapen ende alle die gemeyn stat van sHertogenbosch, oorkonden dat zij namens die stad aan heer Jan, zoon van wijlen Dirk, scoemeker van Boxtel, priester, verkocht hebben onder nader gespecificeerde voorwaarden een lijfrente van 6 goudgulden, gewoonlijk rijns gulden, genoemd.
Dorsaal: dominus Johannes de Bucstel presbyter dedit fabrice (huius ?) ecclesie den afterstel van deser renten.
Zegel: ontbreekt.
Nummer: 1614

1488 januari 30

anno Domini millesimo quadringentesimo octuagesimo septimo

Gerardus de Eyck en Arnoldus de Vucht, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Theodericus, zoon van wijlen Henricus die Lepper, zoon van wijlen Johannes die Hollander, smid, aan Henricus, zoon van wijlen Daniel de Doirnen, haernasmeker, overgedragen had een zeker stenen huis en erf, genomen uit het oude ziekenhuis aan de Hynthamerstraat in het Gasthuys straetken tussen een zekere kapel van het oude ziekenhuis en een zekere tussen liggende stenen muur aan een zijde en een zekere kamer van dat ziekenhuis en een "ledige plaetze" van verscheidene buren aan de andere zijde. Henricus, zoon van wijlen Daniel, is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft aan Theodericus beloofd te betalen een erfcijns van 6 rijnsgulden, waarvan de eerste betalingstermijn zal zijn vanaf het eerstvolgende feest van de Geboorte van Johannes de Doper na het verstrijken van 1 jaar.
Zegels: linkerzegel fragment, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 0851

1488 februari 28

anno Domini millesimo quadringentesimo octuagesimo septimo

Gerardus de Eyck en Godefridus Grotart de Os, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Willelmus Roeff, zoon van wijlen Rodolphus vander Sloeven, aan Willelmus, natuurlijke zoon van wijlen Lucas, Meeus soen, van Aerlebeeck, verkocht had een erfpacht van 1 mud rogge uit:
  1. een huis, erf, hof en aangrenzende erfgoederen in de parochie Oirschot in de pastorie Spoerdonck, - mudzaat land groot, tussen het erfgoed van Theodericus die Rademeker aan een zijde en het erfgoed van Wilhelmus die Cort aan de andere zijde,
  2. 1 zester land in die parochie in de pastorie Boterwyck tussen het erfgoed van Johannes de Lieve-lt aan een zijde en het erfgoed van Johannes die Wetter aan de andere zijde.
en dat vervolgens Willelmus aan Bela, vrouw van Johannes die Coster, wandsnijder, deze pacht in zijn testament vermaakt had en dat vervolgens Bela, wettige dochter van wijlen Johannes vanden Heyden, aan Johannes die Coster, haar man, in een extract uit haar testament deze pacht samen met al haar roerende en onroerende goederen vermaakt had en hem gemachtigd om over al haar goederen zonder enige uitzondering naar eigen goeddunken te beschikken en dat Johannes die Coster aan de erfgenamen van Bela deze erfpacht vermaakt had. Arnoldus, zoon van wijlen Arnoldus Visels en van Weyndelmoedis, diens vrouw, dochter van wijlen Johannes vanden Heyden, Johannes, zoon van wijlen Johannes Heiligen soen, wettige echtgenoot van Yda, dochter van wijlen Johannes en Weyndelmoedis, Lambertus de Esp, zoon Van wijlen Johannes, wettige echtgenoot van Elizabeth, dochter van wijlen Leonius vanden Heyden, zoon van wijlen Arnoldus vanden Heyden, Arnoldus de Heesterbeeck, zoon van wijlen Petrus en van wijlen Elizabeth, diens vrouw, dochter van wijlen Johannes vanden Heyden, Theodericus, zoon van wijlen Henricus Dirx soen, wettige echtgenoot van Mechteldis, dochter van wijlen Petrus de Heesterbeeck, Johannes vanden Heyden, zoon van wijlen Lucas vanden Heyden, en Arnoldus, diens broer, hebben voor zichzelf en voor Goeswinus, hun broer, en voor Hillegonda vanden Heyden, dochter van eerstgenoemde wijlen Johannes vanden Heyden, als erfgenamen van wijlen Bela, aan Aelbertus, zoon van wijlen Hermannus Keteler deze erfpacht van 1 mud rogge overgedragen.
Dorsaal:
  1. folio 1582
  2. legger folio 15 van de corenpagten,
  3. 1726.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 1333

1488 april 26

Johannes Pynappel en Johannes Dachverlies, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes de Hedel, zoon van wijlen Willelmus, aan Henricus Boyens overgedragen heeft een kamp land, bestaande uit 2 kampen, van Johannes op de plaats Die Hoeven, namelijk die kamp, welke 3 morgen groot is en opzij ligt in de richting van de stad Den Bosch tussen de overige kamp van Johannes de Hedel aan een zijde en het erfgoed van magister Henricus de Kessel aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed Die Koeweyde van de erfgenamen van wijlen Willelmus Hinckart tot aan het erfgoed van Gerardus Hermans soen.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0852

1488 juni 21

Martinus de Rode en Johannes Dachverlies, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat heer Everardus de Berck, kanunnik in Den Bosch, en Henricus de Uden, als executeurs van het testament van wijlen Vrouwe Heylwig, weduwe van Arnoldus Berwout, namens zich zelf en de overige executeurs aan Franco de Langel ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan overgedragen hebben een erfcijns van 6 £ uit een huis en erf in de Verwerstraet tegenover het convent van de Bogarden.
Dorsaal:
  1. Numero 71 (Vander Weeghe ?),
  2. VI pont payments uyt het huys over Bogarden toekomende Johan Crab,
  3. 64 verso,
  4. folio 92, no,
  5. folio 51 verso,
  6. Nieuw Legger folio 113.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 0853

1488 juli 4

Gerardus de Eyck en Johannes Pynappel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Gerardus en Henricus Trappart, broers, kinderen van wijlen Johannes Trappart, zoon van wijlen Gerardus Trappart, zowel voor zichzelf als voor Johannes, hun broer, zoon van Johannes Trappart, en Matheus Vos, zoon van wijlen Johannes Vos, zoon van wijlen Beatrix, echtgenote van wijlen Gerardus Trappart, aan Franco die Langel ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan hebben overgedragen:
  1. een stuk erfgoed, genomen uit een zeker stuk erfgoed, in de straat die loopt van de Hynthamerstraat naar de Kerkstraat, achter de toren van de Sint-Jan, welk stuk erfgoed ligt tussen het erfgoed dat vroeger van heer Gerlacus de Ghemart, kanunnik in Sint-Oedenrode, was aan een zijde en het erfgoed dat vroeger van Jacobus Funsel en Johannes Wardenberch was, later van Katherina, dochter van Johannes Femyen, aan de andere zijde,
  2. een erfcijns van 45 schelling, deel uitmakend van een erfcijns van 7 £ en 5 schelling uit het bovengenoemde stuk erfgoed,
  3. de huizen en gebouwen die op dat eerstgenoemde stuk erfgoed staan,
welk stuk erfgoed en schellingen Gerardus Trappart van Katherina verkregen had. Dit stukje erfgoed is bezwaard met de volgende lasten:
  1. een grondcijns van 2½ penning, gewoonlijk stuivers genoemd,
  2. een erfcijns van 11 penning, gewoonlijk stuivers genoemd, aan het kapittel van de Sint-Jan,
  3. een erfcijns van 17 stuivers aan de kapelaans die in de Sint-Jan een beneficie hebben,
  4. een erfcijns van 2 schelling aan het Groot Begijnhof in Den Bosch,
welke daar eerder jaarlijks uit betaald moesten worden. De overdracht heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat het recht van Rodolphus Trappart aan hem en zijn opvolgers indertijd toegekend, van kracht blijft om in een zekere muur van Gerardus Trappart de gebouwen van Rodolphus Trappart te verankeren.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 0854

1488 oktober 16

Henricus Heym en Arnoldus Monick, zoon van Martinus, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Gerardus, van wijlen Petrus Claes soen, wettige echtgenoot van Petra, dochter van wijlen Johannes vanden Heyden, aan magister Arnoldus de Weilhusen ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan heeft overgedragen een erfcijns van 2 £, die deel uitmaakt van een erfcijns van 3 £, welke cijns als volgt is samengesteld:
  1. 20 schelling welke Johannes, zoon van wijlen Bertha, bontwerker, verschuldigd is uit zijn huis, erf en de kamer die aan dat huis grenst, waarin Johannes tegenwoordig woont op de hoek van de Kerkstraat tegenover de woning van wijlen heer Gerongius, vroeger investiet van de parochiekerk van Den Bosch,
  2. 40 schelling, die Johannes Bruninck de Orsoyen, gehuwd clericus, verschuldigd is uit de kamer en de grond die hij in de Kerkstraat bewoont,
en welke cijns Arnoldus Gherys, zoon van wijlen Ghibo Gherys, van Wolterus Wal, zoon van wijlen Johannes Wal en van wijlen Gertrudis, diens vrouw, dochter van wijlen Jacobus Kesselman, verkregen had.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1334

1488 november 8

Henricus Dicbier, zoon van Wilhelmus, en Gerongius de Busco, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes, zoon van wijlen Zebertus, zoon van wijlen Enbertus die Bont, Petrus en Jacobus, broers, kinderen van Nycolaus Jacops soen en van wijlen Elisabeth, dochter van wijlen Engbertus die Bont, aan Willelmus, zoon van wijlen Johannes, zoon van wijlen Wolterus Huben, overgedragen hebben de helft die zij bezaten in een bunder en 20 roeden broek in de parochie Oesterwijck op de plaats Udenhout op de plaats Reyt tussen het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Arnoldus Houtappel aan een zijde en het erfgoed van Arnoldus Langerbeen aan de andere zijde, van welke bunder en 20 roeden Theodericus en Wolterus, broers, kinderen van wijlen Theodericus Blocmans, een helft en Henricus de Essche de andere helft die zij bezaten aan Johannes, zoon van wijlen Wolterus Huben, overgedragen hadden, namelijk die helft welke Johannes, Petrus en Jacobus door de dood van Margareta, dochter van wijlen Engbertus die Bont, weduwe van Johannes, zoon van wijlen Wolterus Huben, geërfd hadden.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 0855

1488 december 12

Acta in domo mei notarij ... in vico Piperis

Notaris Johannes Amelrici de Buscoducis, clericus van het bisdom Leodium, oorkondt dat Adrianus, zoon van wijlen Bertoldus Aert Yewaenssen de Authoesden, inwoner van Buscoducis, aan Margareta, dochter van wijlen Johannes de Authoesden, verkocht heeft een erfelijk inkomen van 4 rijns gulden uit:
  1. het huis, erf en aangrenzende hof van Adrianus bij die Zwengelbrug tussen het erfgoed van Reynerus vanden Hoevel aan een zijde en het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Gerardus Quap aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de openbare straat tot aan het water dat daar stroomt,
  2. al de andere roerende en onroerende goederen van Adrianus.
Met als getuigen: heer Marcelius de Ligno, beneficiant in die stad en Arnoldus de Andel, glazenier, burgers van dezelfde stad.
Dorsaal: Dit syn die brieven van Margrieten van Authoesden lijfgoet ende syn van cleyn weerden want vanden aftenstel ontfangen is te samen XIIII gulden ut in libro receptorum.
Nummer: 1615

1488 december 31

Henricus Dicbier, zoon van Willelmus, en Gerongius de Busco, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Petrus van Lancvelt, zoon van wijlen Godefridus de Lancvelt, aan Bruystinus, zoon van wijlen Nicolaus, Gerits soen, smid, verkocht heeft een erfcijns van 8 rijns gulden uit:
  1. een zekere hoeve van de verkoper, Ten Hoigen Aerle, in de parochie Gemart tussen de gemene gronden aan een zijde en het erfgoed Die Kyevits Braken aan de andere zijde, met beide einden zich uitstrekkend tot aan de gemene gronden,
  2. huis, erf, hof en aangrenzende kamp van de verkoper tussen Die Moelenstraet aan een zijde en het erfgoed Die Waterbeempt aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de openbare weg tot aan het erfgoed van Johannes Queens,
waarvan de eerste betalingstermijn zal zijn vanaf het eerstvolgende feest van Maria-Lichtmis na het verstrijken van 1 jaar.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0856

1488 december 31

Henricus Dicbier, zoon van Willelmus, en Gerongius de Busco, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Petrus van Lancvelt, zoon van wijlen Godefridus de Lancvelt, aan Bruystinus, zoon van wijlen Nicolaus, Gerits soen, smid, verkocht had een erfcijns van 8 rijns gulden uit:
  1. een zekere hoeve, Ten Hoigen Aerle, van de verkoper in de parochie Gemart tussen de gemene gronden aldaar aan een zijde en het erfgoed Kyevits Braken aan de andere zijde,
  2. huis, erf, hof en aangrenzende kamp tussen de Moelenstraet aan een zijde en het erfgoed Die Waterbeempt aan de andere zijde.
De koper is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft verklaard dat de verkoper deze cijns kan terugkopen tussen nu en vanaf het eerstvolgende feest van Maria-Lichtmis na het verstrijken van 3 jaar tegen een bedrag van 100 rijns gulden, de cijns van het jaar van terugkoop en de achterstallige bedragen, dit echter op voorwaarde dat de verkoper hem op de helft van die termijn de terugkoop aankondigt.
Zegels: linkerzegel licht, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 0857

1489 februari 23

anno Domini millesimo quadringentesimo octuagesimo octavo

Goeswinus vanden Hezeacker en Gerongius de Busco, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Katherina, dochter van wijlen Willelmus Barbyers de Helmont, aan Katherina, dochter van wijlen Johannes van Ryswyck, heeft overgedragen een kamer in de Arnt Berwoutsstraet met zijn grond, hof, overige rechten en afhankelijke goederen, welke kamer vroeger was van Johannes vanden Hoevel, later van Nycolaus, diens zoon, later echter van Cristianus, zoon van wijlen Theodericus vanden Doeren, nu echter van Katherina, welke kamer ligt tussen het erfgoed van Johannes Peters zoen aan een zijde en het erfgoed van een zekere Cornelia Jans dochter Inthaer aan de andere zijde.
Zegels: beide licht beschadigd.
N.B.: Bij deze oorkonde is opgeborgen een briefje met latere aantekeningen over deze kamer.
Nummer: 0858

1489 oktober 16

Hubertus Monick en Henricus die Leuwe, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Arnoldus Hagens, zoon van wijlen Petrus, aan Symon Folcart de Amsterdammis beloofd heeft te betalen 20 gouden penningen, gewoonlijk peters genoemd, vanaf het eerstvolgende feest van de Geboorte van Johannes de Doper na het verstrijken van 3 jaar.
Zegels: (afhangende) bovenste licht beschadigd, onderste zwaar beschadigd.
N.B.: De akte is zwaar beschadigd en een gedeelte van de tekst ontbreekt.
Nummer: 0859

1489 oktober 16

Hubertus Monick en Henricus die Leuwe, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Arnoldus Hagens, zoon van wijlen Petrus, aan Symon Folcart de Amsterdammum beloofd heeft te betalen gedurende een termijn van 3 jaar vanaf het laatste feest van de Geboorte van Johannes de Doper zonder onderbreking 3 £ en 10 schelling telkens op dat zelfde feest en waarvan de eerste betalingstermijn zal zijn op dat eerstvolgende feest.
Dorsaal: Dese briefve waeren by die brieven vanden 2 morgen lants op Die Dungen ? solute. (Van Uden)
Zegels: (afhangende) beide licht beschadigd.
N.B.: De akte is beschadigd en een gedeelte van de tekst ontbreekt.
Nummer: 0860

1489 oktober 20

Hubertus Monic en Henricus die Leeuwe, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Katherina en Margareta, zussen, dochters van wijlen Philippus, zoon van wijlen Theodericus die Leeu, en van wijlen Katherina, vrouw van Philippus, Henricus Anthonys zoen, wettige echtgenoot van Barbara, dochter van Philippus en Katherina, Henricus Wouters zoen van Welle, wettige weduwnaar van Elizabeth, dochter van Philippus en Katherina, en met hem Wolterus, zoon van Henricus en Elizabeth, namens zichzelf en namens Johannes, minderjarige zoon van Henricus en Elizabeth, aan Franco de Langel ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan hebben overgedragen de helft die aan hen toebehoorde van een huis, erf en hof aan het kerkhof van de Sint-Jan achter de toren tussen het erfgoed van de Tafel van de Heilige Geest in Den Bosch aan een zijde en het erfgoed van Theodericus Daems aan de andere zijde, welk huis, erf en hof Arnoldus, zoon van wijlen Theodericus die Leeuwe, van Johannes Paedze en Egidius, zijn broer, kinderen van wijlen Johannes Paedze, gekocht had. De andere helft van dit huis, erf en hof staat bekend als eigendom van die kerkfabriek. Katherina en Margareta, zussen, Henricus, Anthonys soen, Henricus en Wolterus hebben beloofd dat als blijkt dat uit de helft van dit huis, erf en hof meer betaald moet worden dan:
  1. de helft van een erfcijns van 3½ £ aan Arnoldus die Cremer,
  2. de helft van een erfcijns van 38 schelling aan het kapittel van de Sint-Jan,
  3. de helft van een erfcijns van 20 schelling aan de Tafel van de Heilige Geest in Den Bosch,
die hier eerder uit betaald moesten worden, zij dit voor hun rekening zullen nemen.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1335

1489 oktober 2 (?)

Hubertus Monic en Henricus die Leeuwe, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Katherina en Margareta, zussen, dochters van wijlen Philippus, zoon van wijlen Theodericus die Leeu en van wijlen Katherina, vrouw van Philippus, Henricus Anthonys soen, als wettige echtgenoot van Barbara, dochter van Philippus en Katherina, Henricus Wouters soen van Welle, wettige weduwnaar van Elizabeth, dochter van Philippus en Katherina, en met hem Wolterus, zoon van Henricus en Elizabeth, namens zich zelf en namens Johannes, minderjarige zoon van Henricus en Elizabeth, aan Franco de Langel ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan hebben overgedragen de helft die zij bezaten in een kamer met haar grond achter de toren van de Sint-Jan tussen het erfgoed van Elizabeth, weduwe van Johannes Duytsch, aan een zijde en het erfgoed van Arnoldus die Leeuwe, zoon van wijlen Theodericus die Leeuwe, aan de andere zijde, welke kamer eerder aan dezelfde Johannes die Leeuwe verkocht was door Willelmus Dicbier, zoon van Johannes, als procurator van de Tafel van de Heilige Geest in Den Bosch. De andere helft van die kamer en grond staat bekend als eigendom van die kerkfabriek. Katherina, Margareta, Henricus, Henricus en Wolterus hebben beloofd dat als in de toekomst blijkt dat uit de helft van deze kamer met haar grond meer betaald moet worden dan de helft van een erfcijns van 10 schelling, die daar eerder uit betaald moest worden, zij dit voor hun rekening zullen nemen.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
N.B.: De akte is beschadigd en een klein gedeelte van de tekst ontbreekt.
Nummer: 1336 (?)

1489 november 26

Acta ... in ecclesia collegiata et parochialis sancti Johannis Evangeliste Busciducensis

Notaris Henricus vanden Loe de Oesterwyck, notaris van de curie van Leodium en clericus van dat bisdom, heeft op verzoek van de officiaal van Leodium, gedateerd op 1488 april 10, die daartoe weer een verzoek had gekregen van Bertha, wettig weduwe van Arnoldus, zoon van Arnoldus Claes soen, en Bartholomeus, zoon van Arnoldus en Bertha, een officiële akte gemaakt heeft van het testament dat wijlen Johannes de Lyt, timmerman, burger van Den Bosch, heeft laten instrumenteren door wijlen notaris Sanderus Pyeck de Batenborch op 1480 augustus 31 en waarvan laatstgenoemde door zijn dood nooit een officiële akte heeft kunnen opmaken. Met als getuigen: de heren Johannes de Heyst en Henricus Mathie de Soemeren, gebeneficieerde priesters in de Sint-Jan.
Dorsaal:
  1. Van 1½ mud rogs byden kerckmeesteren gequeten uuyten hoeven tot Roesmalen by hen (cum suis ?) vercoft etcetera.
  2. Anno a Nativitate Domini XVc sexto decimo XXVIII januarij presentibus in ecclesia sancti Johannis in Buscoducis, testibus Eligio vander Lynden et Willelmo Boeyen, fabris, Belia, relicta quondam Johannes (sic !) de Lotthem in retroscripto testamento legataria recognovint se recepisse de rectoribus fabrice ecclesie predicte pridem proprietarie mansi retroscripti et pronunc venditi summam viginti petrorum quolibet ad XVIII stuferos monete iam currentis computato in acquitatione et redemptione hereditarij pactus dimidij modii siliginis sibi in promissione relevationis et indempnitatis est ut morum est. Super quibus etcetera. Johannes Bax, notarius rogatus premissis interfuit et scripsit.
N.B. Zie voor de inhoud van de opgenomen akte de datum waarop hij oorspronkelijk is opgesteld.
Nummer: 1616

1490 ?

Goeswinus de Brecht en Henricus Pelgrom, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Nycolaus, zoon van Arnoldus de Goch, zoon van wijlen Nycolaus de Goch, als wettige echtgenoot van Petra, dochter van Petrus Wouters zoen, aan Henricus, zoon van wijlen Theodericus Arntz zoen, een erfcijns van 8 £ heeft overgedragen, welke Adam, zoon van wijlen Henricus Coelen, verschuldigd was aan Arnoldus, zoon van wijlen Henricus Weyns, uit:
  1. huis, erf, hof en voorraadschuur met zijn grond en aangrenzende erfgoederen, 3 lopenzaat groot, in de Sint-Petrusparochie in Vucht op de plaats Aent Zant tussen de openbare weg aan een zijde en het erfgoed van Arnoldus Goetscalcx aan de andere zijde,
  2. kleine beemd aan beide zijden tussen het erfgoed van Arnoldus Goetscalcx,
  3. akker, 4 lopenzaat groot, op de plaats Op Die Hoge Audervoirt,
  4. stukje akker, 1 zester groot, op de plaats Audervoirt,
  5. stuk land, 1½ lopenzaat groot, Die Poill,
  6. stuk land, Die Driebruect,
  7. stukken land op de plaats Bueckelaer,
welke cijns Arnoldus de Goch, aan zijn zoon bij diens huwelijk met Petra als ondersteuning had gegeven.
Zegels: beide ontbreken.
N.B.: Deze akte is zwaar beschadigd en een groot gedeelte van de tekst ontbreekt.
Nummer: 0861

1490 januari 26

Acta ... in domo habitationis ipsius testatiricis ... in opido de Buscoducis

Notaris Hugo Wellis de Aggere sanctus Martinus, priester van het bisom Traiectum, instrumenteert een extract uit het testament van Catherina Keelbrekers, weduwe van Wilhelmus van Tussenbroeck, burgeres van de stad Den Bosch, waarin zij het volgende heeft bepaald:
  1. Zij heeft vermaakt aan de Saint-Lambert in Luik 1 maal 3 stuivers die na haar dood uitbetaald moeten worden.
  2. Zij heeft vermaakt aan de kerkfabriek van de Sint-Jan, haar patroon, 1 maal evenveel stuivers die op dezelfde wijze uitbetaald moeten worden.
  3. Zij heeft vermaakt aan de nieuwe Onze-Lieve-Vrouw en Sint-Barbara in de Sint-Jan haar woonhuis met erf en hof voor zover zij dit rechtsgeldig kan doen. Als echter de erfgenamen van haar man gerechtelijke weg de helft van dit huis opeisen, dan krijgen Onze-Lieve-Vrouw en Sint-Barbara de helft van dit huis.
Nummer: 1617

1490 juli 6

Johannes de Vladeracken en Henricus Kuyst, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Mechteldis, weduwe van Johannes de Berlykem, Arntz soen, aan Petrus en Arnoldus, broers, haar zonen, heeft overgedragen haar vruchtgebruik in 3/4 deel van een huis en erf met zijn rechten en afhankelijke goederen in de Karstraet tussen het erfgoed van Cristianus vanden Grave, slager, aan een zijde en het erfgoed van Zegerus die Haenmekere aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de openbare weg tot aan het erfgoed van Thomas Hagens en verscheidene anderen.
Dorsaal: Johannes filius Theoderici Yewaens.
Zegels: linkerzegel zwaar beschadigd, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0862

1490 juli 6

Johannes de Vladeracken en Henricus Kuyst, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Mechteldis, weduwe van Johannes de Berlykem, Arntz soen, aan Petrus en Arnoldus, broers, haar zonen, had overgedragen haar vruchtgebruik in 3/4 deel van een huis en erf met zijn rechten en afhankelijke goederen in de Karstraet tussen het erfgoed van Cristianus vanden Grave, slager, aan een zijde en het erfgoed van Zegerus die Haenmekere aan de andere zijde. Petrus en Arnoldus zijn nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en hebben aan Johannes, zoon van wijlen Theodericus Yewaens, korenkoper, verkocht een erfcijns van 3 £ uit dit huis en erf.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0863

1490 juli 11

Jan Kanapart, Jans soen, en Jan van Vucht, schepenen in sHertogenbossche, oorkonden dat Willem van Buchoven, Claes, zijn broer, en Wouter van Baex, als man van Jonffrou Cornelie, zus van Willem en Claes, een onderling contract gesloten hadden om alle onroerende goederen (stockgueden) die wijlen Marten van Buchoven hen nagelaten had en waarvan Jonffrou Petronella, hun moeder, het vruchtgebruik had en dat Wouter Baex beloofd had alle roerende en onroerende goederen in 3 gelijke delen te delen. Wouter is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft deze deling aan de bovengenoemde schepenen voorgelegd, zodat Willem en Claes binnen 14 dagen 1 van de 3 delen kunnen kiezen en Willem en Wouter hebben ook beloofd dit contract te zullen onderhouden.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0864

1490 juli 14

Johannes de Vladeracken en Henricus Pelgrom, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat zij een akte van Godefridus vander Aelsfoert en Johannes Spiker, zoon van Johannes, schepenen in Buscoducis, gedateerd op 1463 augustus 9, gevidimeerd hebben.
Zegels: beide licht beschadigd.
N.B.: Zie voor de inhoud van de gevidimeerde akte de datum waarop hij oorspronkelijk werd opgesteld.
Nummer: 1337

1490 juli 14

  1. Nos, Johannes de Vladeracken et Henricus Pelgrom, scabini in Buscoducis, notum facimus universis, quod nos quasdam litteras scabinorum
  2. de Buscoducis, non ratas, non abolitas, non cancellatas, nec in aliqua sui parte viciatas, sed veris et integris sigillis scabinorum
  3. in eisdem litteris contentorum, rite sigillatas, vidimus legique audivimus tenorem qui sequitur in hunc modum continentem: Notum sit
  4. universis, quod cum Marina, relicta quondam Willelmi dicti Valkenborchs, omnia bona Arnoldi, Johannis, Willelmi seniorum, Petri et
  5. Willelmi juniorum, fratrum, liberorum quondam Gerardi de Kessel, atque Johannis Buck et Petri Back, generorum dicti quondam Gerardi
  6. in Buscoducis, in parochiis de Kessel, de Lytt et de Maeren situata, erga Gerardum Moll de Driel, per judicem, mediante
  7. sententia scabinorum in Buscoducis, emendo acquisivisset, et cum deinde dicta Marina supradicta bona hereditarie supportasset
  8. Theoderico de Beerze, prout in diversis litteris scabinorum de Buscoducis, super hoc confectis, plenius continetur, consti-
  9. tutus igitur coram scabinis infrascriptis, dictus Theodericus de Beerze domum, aream et ortum ac peciam
  10. terre, tria jugera terre vel circiter continentem, olim Willelmi de Kessel, senioris filii dicti quondam Gerardi de Kessel, sitos
  11. in parochia de Lytt, inter hereditatem heredum quondam Arnoldi, filii quondam Petris Snijders, ex uno latere, et
  12. inter hereditatem heredum quondam Johannis Lodowicho ex alio latere, tendentes a communi platea ad hereditatem Lamberti
  13. Ghibensoen, ut dicebat, legitime et hereditarie supportavit Johanni Buck, filio quondam Udonis Buck, simul cum dictis
  14. hitteris et cum toto jure sibi in dictis litteris et contentis in eis occasione dictorum domus, aree, orti et pecie terre quovismodo
  15. competente, et effestucando resignavit modo in talibus consueto, promittens dictus Theodericus de Beerze, ut
  16. debitor principalis super se et bona sua omnia, ab eo ad presens habita ac imposterum ab eo habenda et acquirenda,
  17. quod ipse huiusmodi supportacionem et resignacionem ratas et firmas perpetue sine aliqua contradictione observabit,
  18. et quod ipse omnes obligacionem et impeticionem, ex parte sui in dictis domo, area, orto ac pecia terre existentes, prefato
  19. Johanni Buck deponet omnino. Promisit insuper dictus Theodericus de Beerze sub obligacione premissa, si
  20. ex premissis inventum fuerit via judicis plus fore solvendum quam hereditaria pactio duorum modiorum siliginis altari
  21. Sancte Appollonie, sito in Buscoducis, et hereditarius census octo librarum, monete pro tempore solucionis huiusmodi census
  22. in Buscoducis ad bursam communiter currentis, investito beghinarum in Buscoducis, et census dominorum Sancti Lamberti
  23. Leodiensis episcopatui e jure solvendus, ut dicebat, hoc plus dictus Theodericus prefato Johanni Buck deponet
  24. omnino, aut saltem pro illo pluri, pro quolibet denario dictus Theodericus dabit et refundet dicto Johanni viginti
  25. consimiles denarios, et illis denariis pro tunc refusis et solutis, extunc dictus Johannes Buck hoc plus, necnon dictos
  26. pactionem et census, atque quoslibet aggeres Moze, quos dictus quoridam Willelmus de Kessel senior, ad suas
  27. hereditates, in parochia de Lytt situatas, consignare consueverat, ex nunc deinceps perpetue sic et taliter dabit
  28. et solvet ac consignabit, ac tenere, solvere et consignare tenebitur, quod dicto Theoderico de Beerze ad et supra
  29. se et bona sua, dampna exinde non eveniant in futurum, prout dictus Johannes Buck hoc palam recognovit,
  30. et ut debitor principalis super se et bona sua omnia, ab eo ad presens habita ac imposterum ab eo habenda et acquirenda,
  31. dicto Theoderico repromisit. Testes interfuerunt scabini in Buscoducis, Godefridus van der Aelsfoert et
  32. Johannes Spiker, filius Johannis. Datum nona die mensis augusti anno Domini millesimo quadringentesimo
  33. sexagesimo tercio. In cuius rei testimonium nos, scabini primodicti, sigilla nostra hiis presentibus litteris duximus appen-
  34. denda. Datum autem visionis nostre predictarum litterarum decima quarta die mensis julii anno Domini millesimo qua-
  35. dringentesimo nonagesimo.
Nummer: 1337

1490 september 13

Hubertus Monic en Henricus Pelgrom, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Philippus Coenen, zoon van wijlen Cristianus, aan magister Arnoldus de Weilhuysen ten gunste van Aelbertus Keteler, zoon van wijlen Hermannus Keteler, heeft overgedragen een erfcijns van 3 £, 10 schelling en 9 penningen, welke deel uitmaakt van een erfcijns van 4 £, die Anselmus, zoon van wijlen Johannes Hannen soen, verschuldigd was aan Tielmannus, zoon van wijlen Arnoldus Tielmans soen, uit een huis, erf en hof aan de Vuchterdijk tussen het erfgoed van Henricus Koeck aan een zijde en het erfgoed van Philippus Boden en zijn erfgenamen aan de andere zijde.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel onbeschadigd.
Nummer: 0865

1490 oktober 16

Johannes de Vucht en Arnoldus Keymp, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Elyas, zoon van wijlen Cristianus vanden Hoevel, aan heer Wolterus de Gestel, kanunnik van de Sint-Cathrien in Eindhoven, verschuldigd was 8 mud rogge, Woenselse maat, 230 gouden penningen, gewoonlijk peters genoemd, en 8 mud rogge van dezelfde maat. Everardus, zoon van wijlen Erka, zus van heer Gerardus, is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft, daartoe gemachtigd, aan Symon van Gheel en Cristianus vanden Meeracker, als meesters van de kerkfabriek van de Sint-Jan, ten gunste van die kerkfabriek overgedragen 29 peters en 8 mud rogge die van die hoeveelheid nog verschuldigd waren.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 0866

1490 november 15

  1. Universis et singulis presentes literas visuris ... Johannes de
  2. Hoern ... Episcopus Leodiensis ... pro parte honorabilium virorum mamburnorum sive provisorum
  3. fabrice ecclesie ... sancti Johannis ... nobis est
  4. significatum quod cum pridem discreto persone videlicet Nicholaus Janssoen vander Stegen relictus legitimus quondam
  5. Heylwigis ... filie legitime quondam Hermanni Pynne maister Johannes et Rutgherus fratres et liberi legitimi dictorum
  6. Nicholai et quondam Heylwigis ... tres domus eb areas cum suis ortis solarijs
  7. et domibus posterioribus in quodam instrumento publico desuper confecto in hoc nostre presentes litere transfiguntur
  8. plenius expressis et declaratas et sub conditioninbus inibi contentis ...
  9. ad opus unius misse singulis diebus perpetuis futuris temporibus in altare seu supra altare
  10. nostre Domme nove iuxta turrim dicte ecclesie ... per aliquum presbyterum honeste
  11. vite dicende ... ac unius candele ardentis ceree ponderis trium librarum in singulis laudibus Beate
  12. Marie Virginis ibidem decantandis supra portale sive ocsale ante ymaginum Domini nostri Jhesu Christi crucifixi ponendum
  13. per provisores dicte fabrice ... dederunt ... ac realiter supportaverunt
  14. prout in pretacto instrumento latius continetur atque ut ijdem mamburni seu provisores ulterius exposuerunt pretactis
  15. domus diversis incendij et ruine ac alijs subiacere periculis atque sumptuosum minis eas in esse conservari. Necnon
  16. pro eisdem domibus si commitari possent aut vendi utiliores hereditates exinde acquieri posse. Siquod etiam easdem domus
  17. incendi ... contingeret vel alias deperire dictos donatores in eorum pia intentione frustrari
  18. supplicatum obhoc melius extitit pro parte eorundem mamburnorum quatenus ipsis licentiam easdem domus et
  19. hereditates vendendum seu in alios redditus hereditarios aut canones committandum ad opus huiusmodi misse et candele ...
  20. et desuper eos auctorizare ipsisque providere vellemus et dignaremur unde nos Johannes Episcopus ...
  21. huiusmodi supplicationem ...
  22. Ac potestatem et licentiam huiusmodi domus cum suis pertinentijs utiliori et maiori precio quo vendi seu alienari
  23. aut commitari poterunt vendendum alienandum et transportandum seu in redditus bladorum et pecuniarum seu censum committandum concedendum
  24. esse duximus et elargiendas ac per presentes nostra auctoritate ordinaria concedimus ... sub ea tamen
  25. conditione si contingat easdem domos vendi quod pecunie exinde proveniende ad opus huiusmodi misse et candele iuxta
  26. donationem dictorum donantium convertantur in census aut alios redditus hereditarios ...
  27. per prefatos mamburnos citius quo utiliter fieri possit et de consilii ac scitu provisorum ... magni hospitalis
  28. et mense sancti Spiritus dicti opidi Busciducensi ... In cuius rei testimonium sigillum nostrum ad
  29. causas presentibus literis duximus ... Datum anno a Nativitate Domini millesimo quadringentesimo
  30. nonagesimo mensis novembris die decimaquinta.
Dorsaal: geen aantekening.
Zegel: is zwaar beschadigd.
N.B.: Deze akte is getransfigeerd in akte van 1483 januari 14.
Nummer: 1618